Hoofdstuk 5 Beweging Herhaling

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 5 Beweging Herhaling

* Bewegingen vastleggen
* Gemiddelde snelheid
* Versneld - eenparig - vertraagd
* Remmen 

     Stopafstand = remweg + reactie-afstand

Bekijk de stroboscopische
foto. Hoe vaak heeft
de lamp geknipperd?

1. 4 keer
2. 5 keer
3. 6 keer
4. 7 keer

De lamp flitst elke 0,10 s.
Hoe lang duurde het
maken van de foto?

1. 0,30 s
2. 0,40 s
3. 0,50 s
4. 0,60 s

Waar bewoog de man
op de foto zijn handen
het snelst?

1. Onderaan
2. Bovenaan
3. Overal even snel
4. Dat kun je niet weten

Op een stroboscopische foto staan 12 ballen. Er is 4 keer per seconde geflitst. Hoelang duurde het om die 12 foto's te maken?

1. 4 seconden
2. 3 seconden
3. 2,75 seconden
4. 1,75 seconden

Er staan 12 ballen op een stroboscopische foto. De bal legt 4,0 meter af in 2,75 seconden. Hoe groot is de afgelegde afstand in 1 seconde?

1. 4 meter
2. 3 meter
3. 2,45 meter
4. 1,45 meter

Wat is een afstand-tijd diagram?

1. Een grafiek met de tijd op de y-as en de afstand op de x-as
2. een grafiek met de afstand op de y-as en de tijd op de x-as
3. een tabel met de tijd in de eerste kolom en de afstand in de tweede.
4. een tabel met afstand in de eerste kolom en de tijd in de tweede.

Je fietst met een snelheid van 5,5 m/s. Hoeveel km/h is dat?

1. 1,5 km/h
2. 5,5 km/h
3. 12,8 km/h
4. 19,8 km/h

Usain Bolt rent 100 meter in ongeveer 10 seconden. Wat is zijn gemiddelde snelheid?

1. 0,1 m/s
2. 10 m/s
3. 10 km/h
4. 100 km/h

Een schaatsenrijdster rijdt de 500 meter in 40 seconden. Wat is haar gemiddelde snelheid in m/s?

1. 12,5 m/s
2. 40 m/s
3. 15 km/h
4. 25 m/s

Wat voor een soort
beweging zie je op
de afbeelding?

1. eenparige beweging
2. versnelde beweging
3. vertraagde beweging
4. contstante beweging

Het is 25 km van mijn huis naar school. Hoe lang moet ik lopen als ik 5 km/h loop?

1. 0,5 uur
2. 1 uur
3. 2,5 uur
4. 5 uur

Welke grafiek is vertraagd?

1. grafiek 1
2. grafiek 2
3. grafiek 3
4. geen enkele

Een auto beweegt eenparig. Dit betekent dat:

1. de auto rijdt met een constante snelheid
2. De auto steeds harder gaat rijden
3. de auto steeds minder hard gaat rijden.
4. de auto stil staat

welke grafiek is versneld?

1. grafiek 1
2. grafiek 2
3. grafiek 3
4. geen enkele

TEAMS

Bekijk Teams, bij bestanden/lesmateriaal. 

Daar staan mogelijk oefenopgaven, antwoorden op de opdrachten uit het boek en eventueel links naar filmpjes met uitleg (kan ook onder sw staan).

Ook staat er, bij de te kiezen hoofdstukken, een document met "wat te leren voor de eindtoets"

Welke van de onderstaande dingen heeft GEEN invloed op je reactietijd?

1. drinken van alcohol
2. vermoeid zijn
3. lekke band
4. kletsen met degene naast je

Is de remweg gelijk aan de stop-afstand?

1. Ja, want als je remt dan stop je
2. Nee, want stop-afstand is het punt waar je stopt
3. Nee, want stop-afstand = remweg + reactie-afstand

De afstand die je aflegt tijdens de reactietijd noem je....

1. reactie-afstand
2. stop-afstand
3. remweg
4. remspoor

De juiste formule van snelheid, afstand en tijd is.

1. Afstand = snelheid x tijd
2. snelheid = afstand x tijd
3. tijd = afstand x snelheid

Als een auto continue 100 km/h rijdt, hoe ver rijdt hij dan in 2 uur?

1. Dan kun je niet weten.
2. 50 km
3. 100 km
4. 200 km

Iemand rijdt met 36 km/h. Plots moet hij remmen. Reactietijd: 1 s. De reactie-afstand is..... ?

1. 1 m
2. 5 m
3. 10 m
4. 15 m

Als je beginsnelheid 2x zo groot wordt, wat gebeurt er dan met je remweg?

1. wordt 2x zo groot
2. wordt 2x zo klein
3. wordt 4x zo groot
4. wordt 4x zo klein

Als je reactietijd 2x zo groot wordt, wat gebeurt er dan met je reactie-afstand?

1. wordt 2x zo groot
2. wordt 2x zo klein
3. wordt 4x zo groot
4. wordt 4x zo klein

Wat gebeurt er met de remweg als de reactietijd groter wordt?
(goed lezen!!)

1. wordt groter
2. blijft gelijk
3. wordt kleiner
4. is niet te voorspellen

Welke omstandigheid beinvloed de reactietijd?

1. versleten banden
2. slechte remmen
3. zwaar voertuig
4. vermoeidheid

Hoe lang de remweg van een auto is, hangt af van.....

1. de beginsnelheid
2. de totale massa van de auto
3. de remkracht
4. alle antwoorden zijn goed

Je rijdt op een scooter en bent moe. Wat doen reactie-afstand, remweg en stopafstand?

1. Reactie-afstand en remweg groter. Stopafstand gelijk
2. Reactie-afstand en stop-afstand langer. Remweg gelijk
3. reactie-afstand langer, remweg en stop-afstand blijven gelijk
4. remweg en stopafstand langer, reactie-afstand gelijk.