Breek een krijtje in een klein en een groot stuk en houd deze tussen duim en vingers zo dat de onderkant op dezelfde hoogte is (figuur 1). Vraag leerlingen te voorspellen (met een reden) welk krijtje het eerst de grond zal raken als beide tegelijk worden losgelaten. Laat vallen en herhaal tot iedereen het eens is over de observatie (zien en horen). Verklaar. Eventueel munten gebruiken, of een grote en een kleine steen. Kun je ook gewoon op je hand leggen en dan de hand snel naar onderen bewegen en wegtrekken. Dan blijkt ook dat we onze hand gemakkelijk met een grotere versnelling dan g kunnen versnellen. Voor een beschrijving in PEOE format, zie Showdefysica1.