b1 Grammatica Persoonsvorm

Goedemorgen!
Startopdracht:
  • Leg de volgende spullen op tafel:
  1. Nieuw Nederlands boek
  2. Schrift + pen
  3. Laptop
  4. Leesboek 
  • 10 minuten stillezen
timer
10:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Goedemorgen!
Startopdracht:
  • Leg de volgende spullen op tafel:
  1. Nieuw Nederlands boek
  2. Schrift + pen
  3. Laptop
  4. Leesboek 
  • 10 minuten stillezen
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhaling
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Meer dan lezen 
Lesdoelen
  1. Ik kan de persoonsvorm in een zin vinden.
  2. Ik kan de hoofdgedachte van een tekst herkennen 

Slide 2 - Slide

Herhaling Woordsoorten
Werkwoord
Lidwoord
Zelfstandig naamwoorden

Slide 3 - Slide

Als ik je naam noem, benoem je het woord.
Kies uit:
1. Werkwoord
2. Lidwoord
3. Zelfstandig naamwoord
  1. De ridder doodde de draak.
  2.  De prinses draagt een kroon.
  3. Sharon neemt de kinderen mee naar de speeltuin.

Slide 4 - Slide

Persoonsvorm (blz 200)

Slide 5 - Slide

Persoonsvorm
In een zin staan meerdere werkwoorden.
Eén van die werkwoorden is de persoonsvorm.

Slide 6 - Slide

Persoonsvorm vinden
  • De vraagproef: Maak met precies dezelfde woorden een vraagzin. 
  • Ik loop naar school. > Loop ik naar school?
  • Werkwoord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm
  • De tijdproef: Zet de zin in een andere tijd. 
  • Ik liep naar school.
  • Werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Zelfstandig werken
Pak je laptop en ga naar Nieuw Nederlands.
Cursus 5 Grammatica §2: Persoonsvorm
Maak alle opdrachten alleen en in stilte.
  • Staat er dat je in tweetallen moet werken, maak je de opdracht alleen
Vraag? --> Steek je vinger op, dan kom ik je helpen.
Klaar? --> Taaloefenen.nl/klas 
timer
15:00

Slide 9 - Slide

Meer dan Lezen (blz 21)
Hoofdgedachte

Slide 10 - Slide

Hoofdgedachte
Hoofdgedachte: In 1 zin het belangrijkste uit de tekst samenvatten. 
Precies lezen: Van begin tot eind helemaal lezen. 

Slide 11 - Slide

Hoofdgedachte vinden
  1. Bepaal het onderwerp: Waar gaat de tekst over?
  2. Lees de tekst precies.
  3. Geef antwoord op de vraag: Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?
  4. Schrijf een volledige zin. 

Slide 12 - Slide

Ruim alle spullen van tafel op. 
Huiswerk: 
Cursus 5 Grammatica §3: Persoonsvorm
Alle opdrachten

Slide 13 - Slide