H 8 Straling

Hoofdstuk 8, Straling
timer
10:00
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with text slides and 8 videos.

Items in this lesson

Hoofdstuk 8, Straling
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Straling en licht
In het hoofdstuk licht hebben we het gehad over de zichtbare straling. Deze zichtbare straling bestaat uit het spectrum, alle kleuren van de regenboog. 

De niet-zichtbare straling kunnen we dus niet zien, maar wel bewijzen. Daar gaat dit hoofdstuk over. 

Slide 4 - Slide

Straling
Als er straling op een voorwerp valt kan het worden weerkaatst, of geabsorbeerd. 

Als de straling wordt weerkaatst kan het warmte afgeven of stoffen kapot maken. Dat kapot maken noemen we het ioniserend effect

Slide 5 - Slide

Uv straling

Slide 6 - Slide

UV straling 
Deze straling zorgt er voor dat je bruin wordt. Ook is dit de bron van vitamine D voor je lichaam. 

Zonlicht bestaat uit:
95% UV-A straling: huidveroudering
5% UV-B straling: bruin worden (en ook verbranden en daaropvolgend huidkanker) en vitamine D productie


Slide 7 - Slide

IR straling

Slide 8 - Slide

IR straling
Infrarood straling wordt ook wel warmtestraling genoemd. Deze straling wordt gebruikt in sauna's en in hitte zoekende camera's voor nightvision (denk maar aan The Division of andere oorlogsspelletjes). 

Slide 9 - Slide

Rontgenstraling

Slide 10 - Slide

Rontgen
In 1894 nam Wilhelm Rontgen de eerste rontgenfoto van de hand van zijn vrouw. Tegenwoordig maken we nog steeds gebruik van deze techniek om naar beenderen te kijken. 

Slide 11 - Slide

Rontgenfoto maken
Een rontgenfoto wordt gemaakt door rontgenstraling door een lichaamsdeel van een patient te stralen. De beenderen absorberen deze straling, de rest van de straling wordt doorgelaten en zorgen voor een schaduw. Hierna wordt de foto in negatief gezet (zwart wordt wit en wit wordt zwart), waardoor je de beenderen als wit ziet. En de achtergrond zwart. 

Slide 12 - Slide

Bekijk nu het filmpje
Het klokhuis over Rontgenfoto's en andere manieren van een diagnose stellen mbv straling

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Straling meten
Straling breidt zich vanuit het middelpunt uit. 

Vlak bij de bron is de straling het sterkst. Hoe verder je van het middelpunt weggaat, hoe minder sterk de straling wordt.

Slide 15 - Slide

Ioniserende straling

Straling die de moleculen kapot kan maken, wordt ioniserende straling genoemd.


UV straling is zwak ioniserend. Er is veel ultraviolette straling nodig om een behaalde hoeveelheid stof af te breken. Rontgenstaling is veel sterker ioniserend. Daardoor kan deze straling je gemakkelijk ziek maken.

Slide 16 - Slide

Radioactiviteit

Radioactieve stoffen zenden ook sterk een ioniserende straling uit.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Radioactiviteit

Sommige stoffen geven spontaan (zelf) ioniseren de straling af.


Wat is ioniserende straling ook alweer?


Dit is straling die moleculen kapot kan maken.

Deze straling noemen we radioactief.

Slide 19 - Slide

Radioactief?

Wat betekent het woord radioactief dan eigenlijk?


Radio betekent zenden, actief weet je wel.


Het woord radioactief betekent dus actief zenden. Iets wat radioactief is zendt zelf straling uit. Zonder hulp.

Slide 20 - Slide

Natuurlijk/kunstmatig

Er zijn natuurlijke radioactieve stoffen, deze geven zelf radioactieve straling af.


Er zijn ook stoffen die gemaakt zijn en radioactieve straling afgeven. Deze zijn kunstmatig radioactief.

Slide 21 - Slide

Geigerteller

Ioniserende straling kun je met een geigerteller meten.


Hij geeft klikjes als er straling aanwezig is, hij verklikt dus eigenlijk de straling.

Slide 22 - Slide

Instabiele kernen

Een radioactieve isotoop heeft atoomkernen die instabiel zijn. Daarmee wordt bedoeld dat die kernen spontaan (dus zonder invloed van buitenaf) veranderen.


Op het moment dat zo'n atoomkern verandert, zendt deze een kleine hoeveelheid straling uit. Dit wordt radioactief verval genoemd.

Slide 23 - Slide

Radioactief verval

Als een kern van een radioactieve stof straling geeft, is hij net in verval geraakt. Dan is de kern van het atoom verandert in een andere (niet radioactieve) stof. Dit kunnen alleen radioactieve stoffen en dat kunnen ze maar 1x.


Als ze in verval raken, zenden ze dus straling uit.

Slide 24 - Slide

Meten van radioactiviteit


Je meet radioactiviteit dus met een geigerteller.


Maar je meet dit in Bequerel (Bq)=1 Bq is 1 veranderde kern per seconde.

Slide 25 - Slide

Halveringstijd

De kernen van een isotoop veranderen steeds door de helft.


Dus een halveringstijd van 300 Bq per dag houdt in:

0 dagen - 300 Bq - 100%

1 dag - 150 Bq - 50% 

2 dagen - 75 Bq - 25%

 etc etc etc

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Radioactief afval

Hoe ga je om met radioactief afval?


Het klokhuis zocht het uit:

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

Straling gebruiken
Straling kun je ook in je voordeel gebruiken. Bijvoorbeeld in het ziekenhuis om bepaalde ziekten te behandelen of bepaalde processen in het lichaam zichtbaar te maken.

Slide 30 - Slide

Soorten straling
De ioniserende straling lopen van minder sterk naar sterk:
Alfa straling
Beta straling
Gamma straling

Slide 31 - Slide

Dracht van straling

Het ene soort straling heeft een veel groter doordringend vermogen dan de andere:

- Alfastraling

- Betastraling

- Gammastraling

Slide 32 - Slide

De Gamma camera
Een camera die werkt met behulp van Gamma straling. Bekijk het filmpje om meer te weten te komen.

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Beschermen tegen straling
De cellen van je lichaam moeten beschermd worden tegen straling. 

Voor UV straling kun je simpelweg een zonnebrand gebruiken, maar sterkere straling heeft een betere bescherming nodig. Rontgenstraling wordt tegengehouden door lood bijvoorbeeld. 

Bekijk de volgende filmpjes. 

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video


Slide 38 - Slide