Inleiding > Stel jezelf voor en vertel waar de presentatie over gaat.
Kern > Laat alle punten die in de opdracht staan aan bod komen.
Slot > Samenvatting of conclusie
Ongeveer 10 steekwoorden!
Denk tijdens je presentatie aan de signaalwoorden, de moeilijke voegwoorden, de verwijswoorden en de uitdrukkingen.