Organen en Cellen herhaling

Organen en Cellen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Organen en Cellen

Slide 1 - Slide

Organismen

Slide 2 - Slide

Levenskenmerken
Groei, ontwikkeling, reageren op prikkels, beweging, stofwisseling, voeding, ademhaling, uitscheiding en voortplanting. 

Slide 3 - Slide

Stofwisseling
Het omzetten van stoffen in andere stoffen. Bij deze omzetting komt energie vrij. 

Hierdoor kun je warm blijven en bewegen. 

Slide 4 - Slide

Dood, levend en levenloos

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Tien orgaanstelsels
Ademhalingsstelsel, bloedvatenstelsel, bottenstelsel, hormoonstelsel, spierstelsel, uitscheidingsstelsel, verteringsstelsel, voortplantingsstelsel, zenuwstelsel, zintuigenstelsel. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Cellen
Celwand = is een dik, stevig laagje dat zorgt voor stevigheid
Bladgroenkorrels = komen voor in de bladeren in stengels. Hierdoor zien ze er groen uit en hier vind fotosynthese plaats.
Vacuolen = blaasjes gevuld met vocht.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Lichamelijke groei en ontwikkeling
Geestelijke groei en ontwikkeling

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Een organisme doet aan fotosynthese. Welk organisme is dit?
A
Dier
B
Plant
C
Bacterie
D
Schimmel

Slide 17 - Quiz

Plassen is een levenskenmerk, de levenskenmerk die hierbij hoort is:
A
Voeding
B
Uitscheiding
C
Ademhaling

Slide 18 - Quiz

Wat heeft een plantencel wel en een dierencel niet?
A
Celkern
B
Vacuole
C
Celmembraan
D
Cytoplasma

Slide 19 - Quiz

Dierencel
A
B
C
D

Slide 20 - Quiz

Waar zit het DNA in bij een dierencel?
A
Cytoplasma
B
Celkern
C
Kernmembraan
D
Celmembraan

Slide 21 - Quiz

Wat is GEEN orgaanstelsel?
A
Bloed
B
Vatenstelsel
C
Huid
D
Wortelstelsel

Slide 22 - Quiz

Wat is een orgaanstelsel?

A
al je organen
B
groep van samenwerkende organen die samen een functie uitvoeren
C
1 orgaan
D
een koe

Slide 23 - Quiz

Hiernaast zie je een orgaanstelsel van een hond. Welk orgaanstelsel is dit?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Beenderstelsel
D
Verteringsstelsel

Slide 24 - Quiz

Sleep de namen van de onderdelen van de microscoop naar de juiste plek.
Oculair 
Grote schroef
Objectief
Kleine schroef
Lamp
Tafel
Statief

Slide 25 - Drag question

Wat is geen levensfase
A
Baby
B
Schoolkind
C
Tiener
D
Adolescent

Slide 26 - Quiz

een levensfase is..
A
een periode in een mensenleven waarin je lichaam en je hersenen veranderen
B
een periode in een mensenleven waarin je lichaam en je hersenen groeien
C
een periode in een mensenleven waarin je je hersenen ontwikkelen
D
een periode in een mensenleven waarin je lichaam verandert

Slide 27 - Quiz