Rekenen voor een bloemist - les 2

Rekenen voor een bloemist
Les 2
1 / 26
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Rekenen voor een bloemist
Les 2

Slide 1 - Slide

Tips
  • Denk na over wat je moet berekenen, en hoe
  • Voer je berekening uit
  • Schrijf of teken op het papier
  • Let op de eenheden bij het antwoord/ voeg ze toe aan je berekening
  • Check: kan je antwoord kloppen, heb je de goede eenheden gebruikt?

Slide 2 - Slide

Korting
Jij koopt een bos bloemen met 20% korting.
Bij de kassa krijg je nog 10% extra korting
op de afgeprijsde bos bloemen.

Hoeveel procent korting krijg je in totaal?

Slide 3 - Slide

Hoeveel procent korting krijg je in totaal?

Slide 4 - Open question

Uitwerking
Wat: Je weet 20% korting op de prijs en nog eens 10% korting
Hoe: Neem een makkelijk getal om mee te rekenen, bijvoorbeeld € 100, bepaal hiervan de 20% korting. Van deze uitkomst neem je 10% korting.
Het %verschil tussen originele prijs en wat je moet betalen is je totale korting.
Doe en check: 
€ 100 * 0,2 = € 20 korting, dus nog € 80 betalen
€ 80 * 0,1 = € 8 korting, dus nog €72 betalen
(€ 72 - € 100) / € 100 *100% = 28% korting totaal

Slide 5 - Slide

Oppervlakte berekenen
Ronald wil 9 bakken met planten van 30 bij 50 cm netjes naast elkaar zetten op tegels. De tegels zijn 30 bij 30 cm. Hij wil zo min mogelijk tegels gebruiken.


Hoeveel tegels heeft hij nodig?

Slide 6 - Slide

Hoeveel tegels heeft hij nodig?

Slide 7 - Open question

Uitwerking
De tegels en bakken zijn even breed, namelijk allebei 30 cm.
Als je bakken en tegels precies wilt laten passen, zoek je naar een lengte deelbaar door 50 en deelbaar door 30, dat is 150 cm.
5 tegels zijn in de lengte samen 150 cm, daar passen 3 bakken op in de lengte.
Op de lengte van 5 tegels van 30 cm kun je 3 bakken met een lengte van 50 cm plaatsen.
Voor 9 bakken heb je dan 3 rijen van 5 tegels nodig.
3 rijen van 5 tegels is 15 tegels.

Slide 8 - Slide

Verhoudingen omrekenen
De bloemist behaalde afgelopen jaar een totale omzet van € 170.000.
0,67 deel van de omzet kwam van de verkoop van bloemen.
Bij het grootste deel hiervan ging het om bossen bloemen en andere bloemstukken, maar 0,1 deel waren kamerplanten.

Hoeveel omzet werd behaald met de verkoop van kamerplanten?

Slide 9 - Slide

Hoeveel omzet werd behaald met de verkoop van kamerplanten?

Slide 10 - Open question

Uitwerking
Wat: Welke kommagetallen moet je vermenigvuldigen met het totale aantal (€ 170.000)?

Hoe: Neem de juiste kommagetallen over uit de tekst en reken de vermenigvuldiging uit.

Doe en check: Reken uit op de rekenmachine: 0,67 × 0,1 × € 170.000 = € 11.390

Slide 11 - Slide

Verhoudingen omrekenen
De bloemist behaalde afgelopen jaar een totale omzet van € 170.000.
0,33 deel van de omzet kwam van accessoires. Hiervan bestond de helft uit bloempotten, en daar weer 0,6 deel van waren glazen bloempotten. 

Hoeveel omzet werd behaald met de verkoop van glazen bloempotten?

Slide 12 - Slide

Hoeveel omzet werd behaald met de verkoop van
glazen bloempotten?

Slide 13 - Open question

Uitwerking
Wat: Welke kommagetallen moet je vermenigvuldigen met het totale aantal (€ 170.000)?

Hoe: Neem de juiste kommagetallen over uit de tekst of reken de verhouding/breuk om naar een kommagetal. Reken de vermenigvuldiging uit.

Doe en check: helft = 0,5
0,33 × 0,5 × 0,6 × € 170.000 = € 16.830

Slide 14 - Slide

Rekenen met verhoudingen
Mehmet (16 jaar), Puck (20 jaar), 
Esther (18 jaar) werken bij dezelfde werkgever 
en verdienen het minimumloon. Ze zijn in de 
maand april jarig en krijgen in mei voor het 
eerst meer salaris doordat ze jarig zijn geweest.

Wie is er met zijn brutosalaris van april naar mei 
in verhouding het meest omhoog gegaan?

Slide 15 - Slide

Wie is er met zijn brutosalaris van april naar mei
in verhouding het meest omhoog gegaan?
A
Mehmet
B
Puck
C
Esther

Slide 16 - Quiz

Uitwerking
Wat: Je wilt weten wie van de drie werknemers relatief het meest omhoog is gegaan met het salaris.
Hoe: Dit kun je berekenen door voor elke verhoging de verhouding te berekenen als kommagetal. Lees daarvoor de tabel af.
Doe: Mehmet: 681,40 – 595,15 = 86,25
           86,25 : 595,15 = 0,14
           Puck: 1725 – 1380 = 345
           345 : 1380 = 0,25
           Esther: 1035 – 862,50 = 172,5
           172,5 : 862,50 = 0,2
Puck is relatief gezien dus het meeste vooruit gegaan.



Slide 17 - Slide

Rekenen met verhoudingen
Fynn en Zoë hebben allebei een bijbaantje bij de bloemist.
Fynn werkt 15 uur per week. Hij verdient bruto 73,97 euro per week.
Zoë werkt elke werkdag van 19.00 tot 21.00 uur. Zij verdient 8 euro bruto per avond. 
Per jaar krijgen ze daarnaast allebei 10% vakantiegeld.
Hoeveel verdienen ze bruto per jaar (inclusief 10% vakantiegeld) als ze een fulltime baan van 40 uur per week zouden hebben?
Rond af op een heel getal.

Slide 18 - Slide

Hoeveel verdienen ze bruto per jaar (inclusief 10% vakantiegeld) als ze een fulltime baan van 40 uur per week zouden hebben?

Slide 19 - Open question

Uitwerking 1/3
Wat: Hoeveel verdienen ze per jaar met een fulltime baan en vakantiegeld?
Je weet van Fynn:
werkt 15 uur per week
verdient € 73,97 per week
Je weet van Zoë:
werkt 10 uur per week
verdient 8 euro bruto per avond van 2 uur
Je weet:
10% vakantiegeld
52 weken in een jaar
fulltime baan is 40 uur per week

Slide 20 - Slide

Uitwerking 2/3
Hoe: Reken eerst terug naar loon per uur, dan per week, per jaar, ten slotte inclusief vakantiegeld.

Doe:
Fynn
per uur: 73,97 : 15 = 4,9313...
per jaar: 4,9313 × 40 × 52 = 10.257,1733...
inclusief vakantiegeld: 10.257,1733... × 1,1 = 11.282,8906...


Slide 21 - Slide

Uitwerking 3/3
Zoë
per uur: 8,00 : 2 = 4
per jaar: 4 × 40 × 52 = 8.320
inclusief vakantiegeld: 8.320 × 1,1 = 9.152

Check: Fynn verdient per jaar 11.283 euro en Zoë verdient per jaar 9.152 euro.

Slide 22 - Slide

Geld
Gabriël is 17 jaar en werkt in een supermarkt. 

Z'n werktijden zijn:
maandag 18:00 - 22:00 uur
woensdag 15:00 - 19:00 uur
zaterdag 09:00 - 14:00 uur

Gabriël verdient nu bruto ongeveer € 65,- per week. Hij wil € 100,- per maand meer verdienen. 

Brutosalaris bloemist  (contract van >13 uur per week)

Slide 23 - Slide

Geld
Drie vrienden doen hierover een uitspraak. Check wie gelijk kan hebben.

Slide 24 - Slide

Drie vrienden doen hierover een uitspraak.
Check wie gelijk kan hebben.
A
Anna
B
Bilal
C
Dirk

Slide 25 - Quiz

Uitwerking
Wat en hoe: Gabriël wil € 100,- per maand meer verdienen. Ga de drie uitspraken na en schat hoeveel je daarmee per week extra verdient. 
Is dit iets meer dan € 25,-, dan is de uitspraak juist.





Slide 26 - Slide