¿Qué vas a hacer?: Oefenen met het aanwijzend voornaamwoord
¿Qué necesitas?: Tu libro verde pág 84 hasta 86 (ej .30, 31 en 32)
¿Cómo?: Tú trabajas solo / sola; Alleen, zelfstandig werken
¿Cuánto tiempo?: 25 minutos.
Objetivo (doel): Je oefent met dit nieuwe grammatica onderdeel
He terminado la tarea ¿y ahora?/ Klaar, en nu?
In de lessonup staan er ook nog links naar oefeningen
met het aanwijzend voornaamwoord.
Vocabulario 6.1 , 6.2 en lezen in leesboekje