NB Storm

NB Storm
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Nederlands voor anderstaligenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

NB Storm

Slide 1 - Slide

n.a.v. de vorige les
In de vorige les ging het over Braille-schrift.
Op medicijnverpakkingen kun je braille aantreffen.
Voel maar eens op de verpakking van paracetamol.

Ook op de NS-stations vind je op verschillende plekken braille, bijvoorbeeld op de leuningen van de trappen.

Slide 2 - Slide

programma 
- jeugdjournaal kijken (geen ondertiteling) 2020, week 7
- theorie: oriënteren op een tekst 
- tekst lezen en onbekende woorden onderstrepen
- woordenschatoefening
- oefening met signaalwoorden en voegwoorden

Slide 3 - Slide

oriënteren op een tekst
Het is van belang dat je je oriënteert op de tekst:
- bij een studietekst
- bij een toets en examen
- bij een tekst waarvan je denkt dat die voor jou belangrijke informatie bevat (van een advocaat, van de gemeente, ...)

Slide 4 - Slide

Waar kijk je naar bij het oriënteren op een tekst?

Slide 5 - Open question

oriënteren op een tekst
- de titel en de tussenkopjes
- de afbeelding
- de datum en de bron
- de inleiding en de laatste alinea

Slide 6 - Slide

tekst C, Nieuwsbegrip
Nederlands eerste storm met een naam: Ciara
- Oriënteer je op de tekst.

- Lees de tekst helemaal.

- Onderstreep de woorden die voor jou niet duidelijk zijn.

- Bespreking per alinea van de lastige woorden.
inleiding - code oranje - ontregeld - krachtmeting - waarom C
timer
8:00

Slide 7 - Slide

woordenschatoefening bij Nieuwsbegrip
Nederlands eerste storm met een naam: Ciara
De nummers verwijzen naar de regels van de tekst.

Slide 8 - Slide

1. een stempel drukken op
38. op de proef stellen
50. actie ondernemen
56. het hebben over
het moeilijk maken
veel invloed hebben
bespreken
iets doen

Slide 9 - Drag question

15. uit voorzorg
30. en passant
50. wees voorbereid
55. aan de hand van
door, met
ondertussen
om problemen te voorkomen
zorg dat je klaar bent

Slide 10 - Drag question

02. verstoord
07. onstuimig
32. uitdagend
37. degelijk
stormachtig
vragen om strijd of inspanning
hier: kwaliteit zonder luxe
ontregeld

Slide 11 - Drag question

38. continu
42. vroegtijdig
53. bewust
54. simpelweg
eenvoudig
met nadenken
eerder dan bedoeld
zonder pauze

Slide 12 - Drag question

10. uitwaaien
14. sneuvelen
16. ontruimen
18. afkondigen
19. afgelasten
melden dat iets niet doorgaat
melden dat het zo is
leegmaken van een ruimte
kapot gaan
(veel) frisse lucht krijgen

Slide 13 - Drag question

23. stilleggen
29. weerhouden
30. zandstralen
45. trotseren
57. teisteren
hier: schuren
laten lijden
stoppen
belemmeren
vechten tegen

Slide 14 - Drag question

05. de impact
18. de voorzorgsmaatregel
19. het evenement
21. de veerdienst
de invloed
wat je van te voren kunt doen om problemen te voorkomen
grote activiteit voor veel mensen
de boot die heen en weer vaart tussen twee plekken

Slide 15 - Drag question

25. de vlucht
26. de luchthaven
27. de doorstart
27. de woordvoerder
persoon die spreekt namens een organisatie
één keer vliegen
het vliegveld
bijna gestopt maar toch doorgaan

Slide 16 - Drag question

31. de editie
49. het devies
56. de orkaan
57. de voorganger
het motto
iets dat eerder geweest is
de aflevering
storm met windkracht 12 of meer

Slide 17 - Drag question

woordensoortenoefening bij Nieuwsbegrip
Nederlands eerste storm met een naam: Ciara
Op het scherm zie je een tekst met 'gaten'.
Op die plaatsen met een signaalwoord of voegwoord komen,
Bijv. want, maar, kortom.

Slide 18 - Slide