Semaine 41 Uitspraak, Phrases-clés en getallen tm 20

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Hoe gaat het met je? 

IJsbreker

Deze werkvorm werkt het best in tweetallen

1. Deel de les of deel het scherm met de leerlingen.

2. Elk tweetal gebruikt één device

3. Laat een leerling de spinner draaien

4. De andere leerling beantwoordt de vraag

5. Na elke vraag wisselen ze van rol.

Tip: wissel na 5 minuten de tweetallen

Hoe was brugklaskamp? 

-210

Hoe gaat het met je? Ben je al een beetje bijgekomen

😒🙁😐🙂😃

Aujourd'hui, jeudi douze octobre: 

1. Le programme: La prononciation / De Franse uitspraak
2. Phrases-clés / Nieuwe standaardzinnen
3. Révision: les nombres / Herhaling: de getallen
4. Bespreken toets.
   

Eindletters en klinkers I

tard

plus

trop

élève 

let op: welke klank? 

niet uitspreken 

Niet uitspreken:

e aan het eind

d, s, p, t aan het eind

Welke klank:

tard > [taa:r]

plus > [pluu]

trop > [troo]

Als je de laatste letter NIET  uitspreekt.

Eindletters en klinkers II

élevé
pâtes
sol

let op: welke klank? 

niet uitspreken 

Niet uitspreken:

es aan het eind

komt er nog een t voor es, dan wel uitspreken!

Welke klank:

élevé > [eeluvee]

pâtes > [pat]

sol > [sol]

Duoklanken: 

mais

maire

jaune

beau

beige

soeur

roi

let op: welke klank? 

niet uitspreken 

ai --> è van hè of soms ee 

au --> oo

eau --> oo

ei --> è van hè of soms ee

oeu --> lange uh van zeur 

oi --> oewa / wa 

ou --> oe

ui --> ... u - i (wat er staat dus) 

doux

bruit

De c / ç en de g 

coca

culottes

ça 

c'est 

cigare 

gobelin 

guerre 

let op: welke klank? 

niet uitspreken 

c --> k als: 

letters van auto (ca, co, cu) 

c --> s als: 

letters van ei (ce, ci) 

ç --> s altijd 

g --> g van goal als: 

letters van auto (ga, go, gu) 

g --> zje van gênant / journaal als: 

letters van ei (ge, gi) 

De u spreek je in gu en qu niet uit

gigantesque

gêne 

De h, d, t, s

[tuu aabiet]    [lootel]

[grañ]   [se]   [saaluu]  [aabiet]

Exercice 27b, page 46

Écoute et répète.

Luister en herhaal.

Luister goed hoe het gezegd wordt en probeer het zo precies mogelijk na te zeggen!

Phrases-clés G p. 46

1. We bespreken de zinnen (vraag + antwoord).
2. We oefenen met de uitspraak. Denk aan wat we net geoefend hebben.
3. Met je buurman of buurvrouw ga je exercice 28 én 29a doen.
4. Dos à dos: Leuk om 29b in het keuzeblok of Amadeusblok te doen!

Bespreken tussentoets

Bekijk je toets en beantwoord de volgende vragen:

1. Was het gelukt om te leren?
2. Ja: was je op tijd begonnen?
3. Had je meestal elke week je woordjes geleerd?
4. Hoelang heb je geleerd?
5. Hoe heb je je voorbereid op de toets / Hoe heb je geleerd?

Les devoirs (maandag 23/10 af)

Maakwerk (keuzeblok/thuis) - 60 min
- Paragraaf E (kijken): Ex. 20, 21abcef en 22ab (p. 38-41).

- Nakijken opdrachten.

Leuk voor in keuzeblok of Amadeusblok: Dos à dos / Rug tegen rug: ex. 29b!

Leerwerk (keuzeblok/thuis) - 30 min
- Leren woordjes E FR <-> NL (p. 53).
- Leren zinnetjes G FR <-> NL (p. 54).
- Herhalen getallen tot en met 20 (p. 54).