This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
review past simple and present perfect
Slide 1 - Slide
Doelen
Aan het einde van deze les heb jij/kun jij:
jouw kennis opgehaald over de past simple (bevestigende, ontkennende en vraagzin)
jouw kennis opgehaald over de present perfect (bevestigende, ontkennende en vraagzin)
beslissen of je de past simple of de present perfect gebruikt in een zin.
Slide 2 - Slide
Hoe zat het ook alweer?
Past simple = verleden tijd
gewone/bevestigende zin: ww+(e)d of 2e rijtje bij onr. ww
I walked home / Sarah went to school yesterday.
ontkennende zin: didn't + hele werkwoord -> I didn't walk.
vraagzin: did + hele werkwoordDid you walk to school?
Gebruik: gebeurtenis die in het verleden heeft plaatsgevonden.
Signaalwoorden: yesterday, a year ago, last week, in 2022 etc.
Slide 3 - Slide
Hoe zat het ook alweer?
Present perfect = voltooid tegenwoordige tijd
gewone/bevestigende zin: have/has + ww+(e)d of 3e rijtje bij onr. ww
I have walked for two hours / Sarah has met her boyfriend in London .
ontkennende zin: haven't/hasn't + ww+(e)d of of 3e rijtje bij onr. ww -> I haven't walked since last week / She hasn't met her boyfriend yet.
vraagzin: have/has + ww+(e)d of of 3e rijtje bij onr. ww
-> Have you seen her? / Has Tom found his keys?
Slide 4 - Slide
Hoe zat het ook alweer?
Present perfect = voltooid tegenwoordige tijd
Gebruik:
Gebeurtenis is in het verleden begonnen en gaat nog steeds door.
I have lived in London for 2 years.
Gebeurtenis is in het verleden geweest, maar je ziet nog steeds het effect.
I have dyed my hair bright red.
Signaalwoorden: FYNE JAS (for, yet, never, ever, just, already, since)
Slide 5 - Slide
Keuze tussen past simple en present perfect
Welk signaalwoord wordt eventueel gebruikt in de zin?
FYNE JAS -> present perfect
last year, in 2022, yesterday enz -> past simple
Stel jezelf de volgende vraag/vragen -> zie volgende dia.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
4 vragen
Je krijgt zo vier vragen.
Houd je score bij!
Lees de vragen goed door en let op de signaalwoorden.
Slide 8 - Slide
I … (to stay) at home last night.
A
stay
B
stayed
C
have stayed
D
has stayed
Slide 9 - Quiz
I … (to eat) too much candy and now I don’t feel so good.
A
eat
B
ate
C
have eaten
D
have ate
Slide 10 - Quiz
Julia … (to live) in the same place for her entire life.
A
lives
B
has lived
C
have lived
D
lived
Slide 11 - Quiz
Tom ________ (to cry) when his girlfriend left him, but he's OK now.
A
cries
B
cried
C
has cried
D
have cried
Slide 12 - Quiz
Resultaat
alle vier goed? -> ga aan de slag met het werkblad, kijk het werkblad na -> meerdere fouten? Oefen dan nog even met de online oefeningen in Teams. Klaar? Oefen voor de PTA leestoets met readtheory.org of met de onregelmatige werkwoorden in Quizlet.
drie goed? -> oefen met de online oefeningen in Teams en daarna met het werkblad. Kijk het werkblad na. Klaar? Oefen voor de PTA leestoets met readtheory.org of met de onregelmatige werkwoorden in Quizlet.
0,1 of 2 goed? -> je krijgt nog even extra uitleg + werkblad.
Slide 13 - Slide
of de context
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Present Perfect of Past Simple:
Diane ________ (to know) Tim for years.
A
has known
B
knew
Slide 16 - Quiz
Present Perfect vs Past Simple?
I ______ (to see) this movie last year.
A
have seen
B
saw
Slide 17 - Quiz
Present perfect or past simple? Toby _________ (to see) this film twice already.
A
saw
B
has seen
Slide 18 - Quiz
Present Perfect or Past Simple?
They _______(do) nothing so far.
A
have done
B
did
Slide 19 - Quiz
Present perfect vs Past simple:
In 2000 my father __________ (to become)a policeman.
A
became
B
has become
C
have become
D
has became
Slide 20 - Quiz
Present Perfect of Past Simple:
They _____ (to be )at this school since 2022.
A
were
B
have been
Slide 21 - Quiz
I understand the difference between de past simple and the present perfect.