This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 35 min
Items in this lesson
In de krant
Slide 1 - Slide
Ik kan W en H vragen bedenken en beantwoorden bij het lezen van de tekst.
Ik kan uitleggen waar de tekst ‘Sabotage in zee’ over gaat.
Slide 2 - Slide
Bekijk de tekst, maar lees de tekst nog niet.
Wat valt je op aan de vorm, de kopjes, de titel en de plaatjes?
Wat is dit voor tekst? Waar zie je dat aan?
Wat denk je dat de bedoeling van de schrijver is met deze tekst?
Hoe ga je deze tekst lezen?
Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?
Slide 3 - Slide
Wat weet je al over dit onderwerp?
Slide 4 - Mind map
Schrijf je vragen op een post-it (één vraag per blaadje) en plak deze op de vragenmuur.
Heb je vragen als je naar de tekst kijkt?
Formuleer samen een leesvraag.
Slide 5 - Slide
Woordenschat:
sabotage, datakabel, deskundigen.
De leerkracht doet het voor.
Slide 6 - Slide
We doen het samen!
Woordenschat:
anker, veiligheidsexpert, weleens, Westerse landen, het leven zuur maken, kwetsbaar, apparatuur, communicatie, wegvalt.
Slide 7 - Slide
Nu jullie!
Slide 8 - Slide
Wat hebben we gelezen?
Is er al een antwoord op de leesvraag?
Klopte het idee dat we hadden bij de tekstsoort en het doel van de schrijver?
Zijn er nieuwe vragen ontstaan?
Slide 9 - Slide
Maak je maar klaar...
...voor de quiz!!
Slide 10 - Slide
1. Hoe heet de schrijver van deze tekst?
A
Sanne van Houwelingen
B
Femke Kerpel
C
Fabian Melchers
D
Dick Zandee
Slide 11 - Quiz
2. Waarom denkt Dick Zandee dat het stuktrekken van de kabels geen toeval is?
A
Omdat het weleens per ongeluk gebeurde.
B
Omdat de kabels slecht onderhouden worden.
C
Omdat het te vaak gebeurt om toeval te zijn.
D
Omdat vissen de kabels beschadigen.
Slide 12 - Quiz
3. Lees: ‘Denk niet alleen aan leuke apps die opeens niet meer werken, maar ook aan apparatuur in ziekenhuizen of communicatie in het leger.’ Wat wil deze zin vooral duidelijk maken?
A
Dat apps onbelangrijk zijn.
B
Dat apps voor kinderen heel belangrijk zijn.
C
Dat uitval van internet en stroom ernstige gevolgen kan hebben.
D
Hij vergelijkt telefoons met andere apparaten.
Slide 13 - Quiz
4. Lees het laatste stukje van de tekst: ‘Als er een oorlog uitbreekt met de NAVO-landen, kunnen de Russen op die manier snel toeslaan. Maar ik denk niet dat het zover komt. Poetin heeft alle strijdkrachten nodig voor de oorlog in Oekraïne. Een groter conflict is het laatste wat hij wil.’ Wie zegt dit?
A
De kapitein van het schip Vezhen.
B
Fabian Melchers.
C
Dick Zandee.
D
Dat kan je niet weten.
Slide 14 - Quiz
5. Wat denkt Zandee dat de bedoeling is van de sabotageacties?
A
Ze willen de visstand beheren.
B
Ze willen bang maken en een soort tests uitvoeren.
C
Ze willen testen of de kabels wel goed zijn.
D
Ze proberen een nieuwe vistechniek uit.
Slide 15 - Quiz
6. Merkte je dat je de tekst beter begreep door jezelf tijdens het lezen vragen te stellen? Hoe kwam dat denk je?
Slide 16 - Open question
Heeft de schrijver het beoogde doel bereikt?
Is er informatie die op een van de beginpagina’s van
het schrift opgeschreven of getekend kan worden?
Slide 17 - Slide
Antwoord gevonden op je vraag? Schrijf het antwoord op een andere kleur post-it en plak deze op de vragenmuur.
Zijn er nieuwe vragen ontstaan? Schrijf ze op post-its.