Paragraaf 8.2 - Krachten in evenwicht

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

8.2 Krachten in evenwicht

Vandaag antwoord op de volgende vragen:

• Wanneer zijn twee krachten in evenwicht?
• Hoe vergroot je je kracht?

8.2 Krachten in evenwicht

Wanneer zijn twee krachten in evenwicht?

• Evenwicht > stabiele situatie die ontstaat als
  twee krachten even groot en tegengesteld gericht zijn
• Voorbeeld: 
  Een hefboom heeft altijd een draaipunt. Dit is duidelijk te zien bij een wip. In de afbeelding rechtsonder zien we twee personen met gelijke massa die op gelijke afstanden van het draaipunt zitten. De wip is nu in evenwicht.
• Als twee krachten in evenwicht zijn is de nettokracht gelijk aan nul
• Nettokracht > de optelsom van alle krachten > als nul is, veranderd situatie niet

8.2 Krachten in evenwicht

Hoe vergroot je je kracht?

• Hefboom > voorwerp waarmee je met een kleine
  kracht een grotere kracht kunt uitoefenen
  
• Draaipunt > punt waar de hefboom omheen draait
  - in de afbeelding het kleine steentje tussen a en b
  - bij de wip het middelpunt waar de wip op rust
• Arm > afstand van de kracht tot het draaipunt
  - bij een grote arm heb je een kleine kracht nodig
  - bij een korte arm heb je een grote kracht nodig

8.2 Krachten in evenwicht

8.2 In beweging

• Wat? Maken 8.2 – Opdracht 1 t/m 10
• Hoe? Blz. 132 t/m 133
• Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
• Tijd? 20 minuten
• Uitkomst? Opdracht 1 t/m 10 is af. Niet af? Rest is huiswerk.

• Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

8.2 Krachten in evenwicht

Vandaag antwoord op de volgende vragen:

• Hoe krijg je een hefboom in evenwicht?
• Hoe reken je uit of er evenwicht is?

8.2 Krachten in evenwicht

Hoe krijg je een hefboom in evenwicht?

• Voorbeeld:
  - In de afbeelding hiernaast zitten twee mensen op een wip, de persoon links weegt 40 kg en de persoon recht 80 kg, de wip is in evenwicht
  - Als het gewicht aan de rechterkant twee keer zo groot is als aan de linkerkant, maak je aan de rechterkant de afstand tussen het draaipunt twee keer zo klein
  - Persoon links 400 N en arm = 2 m; persoon rechts 800 N en arm = 1 m
  - Voor een twee keer zo grote kracht heb je de helft van de afstand nodig
  - Voor een twee keer zo grote afstand heb je de helft van de kracht nodig 

8.2 Krachten in evenwicht

Hoe reken je uit of er evenwicht is?

• Hefboomregel > kracht₁ x arm₁ = kracht₂ x arm₂ 
  - symbolenformule > F₁ x I₁ = F₂ x I₂
  
  
• In afbeelding hiernaast:
  - kracht links is 4x zo klein als kracht rechts > 30 x 4 = 120
  - afstand links moet 4x zo groot zijn als afstand rechts > 20 cm : 4 = 5 cm
  - Voor een 4 keer zo grote kracht heb je de 1/4 van de afstand nodig
  - Voor een 4 keer zo grote afstand heb je de 1/4 van de kracht nodig

8.2 Krachten in evenwicht

Hoe reken je uit of een hefboom in evenwicht is?

8.2 In beweging

• Wat? Maken 8.2 – Opdracht 11 t/m 17
• Hoe? Blz. 134 t/m 136
• Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
• Tijd? 20 minuten
• Uitkomst? Opdracht 11 t/m 17 is af. Niet af? Rest is huiswerk.

• Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)