Mens en Zorg PO

Profielmodule Mens en Zorg
Herhaling praktijkopdrachten
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Profielmodule Mens en Zorg
Herhaling praktijkopdrachten

Slide 1 - Slide

Lesdoelen wij doen?
Aan het einde van de les weet je:
  • Welke verschillende soorten wonden en letsel er zijn
  • Welke eerste hulp je bij wonden en letsel toepast
  • Wat het verschil is tussen verslikken en verstikken
  • Welke eerste hulp je toepast bij verslikken en verstikken

Slide 2 - Slide

De Lesstof
Mens & Zorg

Verschillende wonden en ander letsel

Slide 3 - Slide

Wanneer ben je buiten bewustzijn?
A
Iemand reageert niet op aanspreken of een pijnprikkel. De persoon ademt niet.
B
Als je heel erg benauwd bent en niet meer goed kunt praten.
C
Iemand heeft dan een scheve mond, praat verward en heeft een lamme arm
D
Iemand reageert niet op aanspreken of een pijnprikkel. De persoon ademt wel.

Slide 4 - Quiz

Hoe handel je bij een
levensbedreigende situatie?

Slide 5 - Mind map

Hoe stel je vast of het slachtoffer nog ademt?
luisteren
voelen
kijken
pijnprikkel geven
2 Seconden op de borstkas voelen
Pols voelen

Slide 6 - Drag question

Wat is de eerste regel waar je aan moet houden als je hulp gaat verlenen?
A
Controleer het bewustzijn.
B
Controleer de ademhaling.
C
Let op gevaar.
D
Verplaats het slachtoffer bij gevaar.

Slide 7 - Quiz

Waar staat de afkorting EHBO voor?
A
Eerste hulp bij ongelukken.
B
Eerste hulp bij ongevallen.
C
Eerste handelingen bij ongelukken.
D
Eerste handelingen bij ongevallen.

Slide 8 - Quiz

Waar denk je aan bij de woorden: Wonden en Letsel?

Slide 9 - Mind map

Verschillende wonden en letsel
Wonden




       
           
             schaafwond                           snijwond                                    wond door splinter

1. kleine wonden

Slide 10 - Slide

Verschillende wonden en letsel
Doelen:
  • verschillende soorten wonden en letsels;
  • eerste hulp bij wonden en letsel;
  • verschil tussen verslikken en verstikken;
  • eerste hulp bij verslikken en verstikken

Slide 11 - Slide

Verschillende wonden en letsel
Wonden




       
           
         diepe snijwond                                bijtwond                                 steekwond
                                                                                                                         (open botbreuk)                                                               
2. grote wonden

Slide 12 - Slide

Verschillende wonden en letsel
Wonden

Kenmerken eerstegraads brandwond 
Geen wond, dus de huid is niet stuk 
  • Soms wat opgezwollen 
  • Rood en/of roze 
  • Droog 
  • Prikkelend tot pijnlijk

       
           
        
                                                        
3. brandwonden

Slide 13 - Slide

Verschillende wonden en letsel
Wonden


Kenmerken tweedegraads brandwond 
  • Glanzend rood, roze (rood/wit bij diepe tweedegraads)
  • De opperhuid is beschadigd tot in de lederhuid 
  • Nat 
  • Blaren 
  • Pijnlijk 
  • Voelt soepel
       
           
        
                                                        
3. brandwonden

Slide 14 - Slide

Verschillende wonden en letsel
Wonden


Kenmerken derdegraads brandwond 
  • Zowel de opperhuid als de lederhuid als het
     onderhuids  vetweefsel zijn volledig beschadigd
  • Wit, beige tot donkerbruin 
  • Droog, leerachtig 
  • Nauwelijks pijnlijk 
  • Is stug
       
           
        
                                                        
3. brandwonden

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Verschillende wonden en letsel
Verslikken








Verslikken = Als er eten in je luchtpijp komt.
  • Je gaat automatisch hoesten
  • Het slachtoffer is bij bewustzijn
  • Het slachtoffer is benauwd, maar kan praten of huilen

Slide 21 - Slide

Verschillende wonden en letsel
Verstikking








Verstikking = De luchtpijp wordt belemmerd.
  • Het slachtoffer kan niet meer hoesten
  • Het sclachtoffer wordt onrustig/angstig
  • Zonder hulp wordt het slachtoffer blauw en
    raakt buiten bewustzijn.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Dekverband
Het dekverband is een verband uit de groep wonddekverbanden en heeft als belangrijkste functie het stelpen van een kleine bloeding en verdere besmetting met ziektekiemen voorkomen.
Steriel gaasje, hydrofiel zwachtel en kleefpleister

Slide 24 - Slide

Snelverband
Een snelverband gebruik je als je SNEL een wond moet afdekken, zoals bij matig bloedverlies.

Snelverband, kleefpleister

Slide 25 - Slide

Wonddrukverband
Een wonddrukverband wordt aangelegd wanneer een snelverband niet voldoende is of blijkt te zijn. Dit is een stevigere en dikkere versie van het snelverband, dat gebruikt wordt voor diepe en hevig bloedende wonden.
Ideaal zwachtel, snelverband, kleefpleister.

Slide 26 - Slide

Einde

Slide 27 - Slide

Wat vond je makkelijk?

Slide 28 - Open question

Wat vond je moeilijk?

Slide 29 - Open question

Waar heb je nog meer uitleg over nodig?

Slide 30 - Open question

Wat vond je van deze les?
A
B
C

Slide 31 - Quiz