This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.
Dat blijkt uit:
- hoge consumptie
- hoog BNP
waarde van alle goederen en diensten in 1 jaar
BNP gedeeld door aantal inwoners
Geeft aan hoe rijk een land is
- verdienen duizenden dollars per maand
- hebben meer koopkracht
- zijn vaak blank of Aziatisch
- hoogopgeleid, goede banen, wonen in steden
- gezinnen met inkomen van 1000 dollar per maand
- 15% onder armoedegrens
- laagbetaald werk
- Afro-Amerikanen, Hispanics, ouderen, 1 oudergezinnen
- hoge klasse
- midden klasse
- lage klasse
Geeft aan hoe de welvaart is verdeeld in een land
y-as: deel van totale inkomen
x-as: deel van de bevolking
in VS: 20% rijken verdiend 50% inkomen
20% armsten verdiend 4% inkomen