EHBO - Shock en Reanimatie

Keuzevak EHBO 
4SDV
1 / 25
next
Slide 1: Slide
SDVMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Keuzevak EHBO 
4SDV

Slide 1 - Slide

Doelstelling

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Benoem 5 punten die jij doorgeeft bij het bellen van 112

Slide 4 - Open question

EHBO 

Hulpverlenen 

Eerste Hulp Bij Ongevallen 
5 stappen bij eerste hulp

Slide 5 - Slide

Plaats de hulp in de juiste volgorde 
Verplaats het slachtoffer bij gevaar
Controleer het bewustzijn
let op gevaar
Controleer de ademhaling 
Handel bij levensbedeigend letsel en ziekte 
1
2
3
4
5

Slide 6 - Drag question

2

Slide 7 - Video

00:26

SHOCK
Waar moet ik aan denken bij shock?
Shock heeft niks te maken met een schrik reactie. Het gaat om de verdeling van het bloed in het lichaam op het moment dat er een interne of zichtbare bloeding is. Er is te weining bloed voor alle organe en ander functies, waardoor deze langzaam uitvallen. 
Waar denk jij aan bij

Slide 8 - Mind map

01:42
Benoem de kenmerken van
SHOCK

Slide 9 - Open question

Waardoor raakt iemand in
SHOCK

Slide 10 - Open question

Waardoor raakt iemand in SHOCK
Ernstig bloedverlies
hartaandoening
Allergische reactie
Onderkoeling
Hitte beroerte 

Slide 11 - Slide

Wat te doen bij SHOCK

Slide 12 - Slide

De

methode staat voor
ABC
A
Ademhaling - Bloed - Circulatie
B
Ademhaling- bewustzijn- Circulatie
C
Aandacht - Bewustzijn - concentratie
D
Aandacht - Bloedcirculatie - Concentratie

Slide 13 - Quiz

Vitale functies controleren +
A B C
Bloedsomloop = Rondbrengen van zuurstof
Waarom en wanneer gebruik je deze methode: 
  • Wanneer het slachtoffer bewusteloos is . 
  • Om te weten hoe het met de vitale functies van het slachtoffer is. 
waar zorgen de vitale functies voor: 
Hart = Rondpompen van bloed + zuurstof
Longen = Zuurstof opnemen
Hersenen = Aansturen van het lichaam 

Slide 14 - Slide

Reanimeren & AED
Doel: Kunstmatig overnemen van de ademhaling en de bloedsomloop wanneer er geen circulatie van het bloed is. 

Waarom moet ik reanimeren? 
  • Bloed rond pompen
  • Zuurstof toevoegen aan de longen
  • (AED) Activeren van het hart 
waarom reanimeer ik?
Zodra jij begint met ranimeren neem jij tijdelijk de werking van de vitale functies over. 
Compressies op de borst = hart laten kloppen zodat het bloed rond wordt gepomt.
Beademen = Luct toevoegen aan de longen

Slide 15 - Slide

0

Slide 16 - Video

Wat is de juiste combinatie bij
borstcompressie en beademingen
A
30 compressies 5 beademingen
B
2 beademingen 30 compressies 5 beademingen
C
20 compressies 2 beademingen
D
30 compressies 2 beademingen

Slide 17 - Quiz

Waarom moet de

Goed worden uitgevoerd
Kin-lift 

Slide 18 - Open question

Ik controleer de ademhaling op de volgende manier:

Kin-lift + ........
Waarom doe ik dit?
Kijken: je kijt of het slachtoffer regelmatig adem haalt en of de borst en buik regelmatig omhoog komt. 
Luisteren: Luister of je ademhaling hoort uit de neus of mond
Voelen:  Je voelt met je wang of je de adem van het slachtoffer voelt. 
A
Kijken en luisteren voor 5 seconde
B
Kijken, luisteren en voelen voor 15 seconde
C
Kijken, luisteren, voelen voor 10 seconde
D
Kijken en luisteren voor 20 seconde

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video

0

Slide 21 - Video

Plaats de elektroden op de juiste plaats

Slide 22 - Drag question

Waarop mag je de elektrode van de AED
niet plakken?
Noem twee plekken.

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Opdracht

 Bedienen AED + Reanimeren
Blz. 58 opdracht 4.1 a en c 
Oefen de vaardigheden en laat dit aftekenen. 
maak daarna opdracht 4.9 (blz. 234)  &  5.2


Kahoot 
Maak een kahoot over EBHO
10 vragen verdeeld over het boek. 








Opdracht 1
Opdracht 2

Slide 25 - Slide