Herhalen HC 1: Steden en Burgers in de Lage Landen

Herhalen Steden en Burgers in de Lage Landen (1050-1700)

1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhalen Steden en Burgers in de Lage Landen (1050-1700)

Slide 1 - Slide

De herleving van de agrarisch-urbane samenleving past in de tijd van...
A
Monniken en ridders
B
Steden en Staten
C
Ontdekkers en hervormers
D
Regenten en vorsten

Slide 2 - Quiz

In welke twee gebieden begon de verstedelijking in Europa in de late Middeleeuwen?
A
Noordelijke Lage Landen & Noord-Italië
B
Noordelijke Lage Landen & Zuid-Italië
C
Zuidelijke Lage Landen & Noord-Italië
D
Zuidelijke Lage Landen & Zuid-Italië

Slide 3 - Quiz

Een ander woord voor burger is...
A
Geestelijke
B
Leek
C
Poorter
D
Schepen

Slide 4 - Quiz

Welk nijverheidsproduct was economisch belangrijk voor steden als Artois, Brugge en Antwerpen
A
Glas
B
Linnen
C
Laken
D
Touw

Slide 5 - Quiz

Aan het eind van de 13e eeuw waren er sociale spanningen in Vlaanderen tussen...
A
De adel en de patriciërs
B
De ambachtslieden en de patriciërs
C
De ambachtslieden en de adel
D
De koning en de pactriciërs

Slide 6 - Quiz

Welke uitspraak over de Guldensporenslag is onjuist
A
De Guldensporenslag vond plaats in 1302
B
De Guldensporenslag was een militaire confrontatie tussen het Franse leger en een volksleger
C
De Guldensporenslag werd gewonnen door de Franse koning
D
Elk jaar wordt de de Guldensporenslag herdacht in Vlaanderen

Slide 7 - Quiz

In welke stad ontstond de eerste koopmansbeurs?
A
Amsterdam
B
Antwerpen
C
Atrecht
D
Brugge

Slide 8 - Quiz

Welk netwerk van kooplieden had in Brugge een hoofdkantoor?
A
De Hanze
B
De VOC
C
De WIC

Slide 9 - Quiz

Welke stad nam rond 1500 de economische positie van Brugge over?
A
Amsterdam
B
Antwerpen
C
Den Bosch
D
Leiden

Slide 10 - Quiz

Wat was géén oorzaak van het feit dat Antwerpen de positie van Brugge overnam
A
Antwerpen was goed voor zeeschepen bereikbaar via de Schelde
B
Antwerpen lag dichtbij rivieren als de Rijn en de Maas
C
Brugge werd bezet door een Spaans leger
D
Portugal besluit koloniale waren direct in Antwerpen te verkopen

Slide 11 - Quiz

Welk product haalden de Hollanders uit het Oostzeegebied?
A
Graan
B
Kaas
C
Specerijen
D
Wol

Slide 12 - Quiz

Welke Latijnse woorden beschrijven het "algemeen belang" waardoor de inwoners van de Middeleeuwse stad zich verbonden voelden?
A
Bonum Commune
B
Carpe Diem
C
Cum Laude
D
Memento Mori

Slide 13 - Quiz

Wat is géén voorbeeld van de meer individuele geloofsbeleving die in de Middeleeuwse stad ontstond
A
Bedelorden vestigen zich in de stad
B
Bisschoppen bouwen monumentale kerken in de steden
C
Begijnhoven worden opgericht
D
Suster Bertken laat zich inmetselen in een kerk in Utrecht

Slide 14 - Quiz

Welk vorstenhuis begon met de centralisatie in de Lage Landen?
A
Bourgondiërs
B
Habsburgers
C
Van Oranjes
D
Windsors

Slide 15 - Quiz

Wat was eerder?
A
De Beeldenstorm
B
De komst van Alva naar de Nederlanden

Slide 16 - Quiz

Welke uitspraak is onjuist over de Opstand?
A
De strenge vervolging van protestanten in de Lage Landen was een oorzaak van de Opstand
B
In 1585 werd Antwerpen bevrijd van de Spanjaarden
C
Ontevredenheid over de centralisatiepolitiek was een oorzaak van de Opstand
D
Willem van Oranje was de leider van de Opstand

Slide 17 - Quiz

In welk jaar werd de VOC opgericht?
A
1595
B
1602
C
1621
D
1648

Slide 18 - Quiz

De oprichting van de VOC past het beste bij het kenmerkend aspect...
A
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
B
De wetenschappelijke revolutie
C
Het streven van vorsten naar absolute macht
D
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie

Slide 19 - Quiz

Wat was GEEN gevolg van de val van Antwerpen?
A
Amsterdam werd de belangrijkste stapelmarkt van Europa
B
Het rooms-katholieke geloof werd in Antwerpen verboden
C
Handelsschepen voeren met hun handelswaar naar Amsterdam
D
Leiden werd een belangrijke plaats voor de productie van laken

Slide 20 - Quiz

Geef twee voorbeelden van soorten schilderijen die in de 17e eeuw in de Republiek gemaakt werden

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Is dit Amsterdam voor of na stadsuitbreidingen
A
Voor
B
Na

Slide 23 - Quiz

Bij welk kenmerkend aspect past deze afbeelding het beste?
A
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
B
Het streven van vorsten naar absolute macht
C
De wetenschappelijke revolutie
D
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie

Slide 24 - Quiz

In welk jaar werd de vrede van Münster gesloten?
A
1621
B
1648
C
1650
D
1672

Slide 25 - Quiz

In welke moderne provincie ligt de Beemster?
A
Flevoland
B
Groningen
C
Noord-Holland
D
Zuid-Holland

Slide 26 - Quiz

Welke uitspraak over de staatsgezinden is NIET waar?
A
De staatsgezinden waren voor een sterke macht van de Gewestelijke Staten
B
De staatsgezinden waren voor een sterke macht van de stadhouder
C
De staatsgezinden waren vooral Hollandse regenten
D
De staatsgezinden stonden tegenover de oranjegezinden

Slide 27 - Quiz

Zet de volgende gebeurtenissen op de juiste volgorde van tijd in de tijdbalk:
1
2
3
4
5
6
Karel V landsheer van de Lage Landen
Guldensporenslag
Rampjaar
Vrede van Münster
Ontstaan eerste Beurs in Brugge
Val van Antwerpen

Slide 28 - Drag question