Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Ronde Taal vragen 1
Slide 2 - Slide
1. Wat is volgens onderzoek de populairste openingszin in Nederland?
Slide 3 - Open question
2. En wat is de slechtste, volgens hetzelfde onderzoek?
Slide 4 - Open question
3. Wat is verkozen tot de meest irritante uitdrukking van 2016?
Slide 5 - Open question
4. Hoe heet een woord dat achterstevoren gelezen hetzelfde woord oplevert?
Slide 6 - Open question
Muziekronde 1
Slide 7 - Slide
Welke artiest en nummer?
Slide 8 - Open question
Welke artiest en nummer?
Slide 9 - Open question
Ronde Taal vragen 2
Slide 10 - Slide
5. De uitdrukking ‘tegen heug en meug’ komt van een oud verhaal over een koning die niets wilde doen zonder dat zijn raadgevers Hugin en Mugin het goedkeurden. Wat voor dieren waren Hugin en Mugin?
Slide 11 - Open question
6. Welke technische vinding gaat schuil achter de naam ‘knorrende beesten’?
Slide 12 - Open question
7. Wat is het langste woord dat je met alleen je rechterhand kunt typen op een
Slide 13 - Open question
Muziekronde 2
Slide 14 - Slide
Welke artiest & nummer?
Slide 15 - Open question
welke artiest & nummer?
Slide 16 - Open question
Ronde Taal vragen 3
Slide 17 - Slide
8. Het woord ‘allochtoon’ mag niet meer gebruikt worden. Waar wordt het door vervangen?
Slide 18 - Open question
9. Waar ben je bang voor als je lijdt aan ‘hippopotomonstrosesquipedaliofobie’?
Slide 19 - Open question
10. Op welk getal rijmt geen enkel Nederlands woord?
Slide 20 - Open question
muziekronde 4
Slide 21 - Slide
Welke artiest & nummer?
Slide 22 - Open question
welke artiest & nummer?
Slide 23 - Slide
Welke artiest & nummer?
Slide 24 - Slide
Puzzelronde 1
Slide 25 - Slide
maak de woordzoeker op je A4-tje
Slide 26 - Slide
Ronde Taal vragen 4
Slide 27 - Slide
1. Maak af: al draagt een aap een gouden ring…..
Slide 28 - Open question
2. Wat is een kattebelletje?
Slide 29 - Open question
3. Hoe spel je ‘enigszins’?
A
enigzinds
B
enigszins
C
enigszinds
D
enigzins
Slide 30 - Quiz
4. Wat is het voltooid deelwoord van stofzuigen?
A
stofgezogen
B
gestofgezogen
C
gestofzuigd
D
gezogen
Slide 31 - Quiz
Muziekronde 5
Slide 32 - Slide
Welke artiest & nummer?
Slide 33 - Slide
Welke artiest & nummer?
Slide 34 - Slide
Taalvragen 5
Slide 35 - Slide
5. Wat is een achilleshiel?
1. een sport blessure
2. pijn in je hiel
3. een zwakke plek
Slide 36 - Drag question
6. Wat is een ampersand?
Slide 37 - Open question
7. Wat is de officiële taal van Bonaire?
Slide 38 - Open question
Puzzelronde 2
Slide 39 - Slide
Pak je A4-tje en vul de puzzel in.
Slide 40 - Slide
Beantwoord de vraag.
Een jongen krijgt 10 euro zakgeld van zijn ouders. Dit geld stopt hij in zijn broekzak. Als hij op school komt koopt hij daar een lolly van. Die lolly kost hem 50 cent. Na de les Nederlands heeft hij weer honger gekregen en koopt hij nog een broodje. Dit broodje kost € 1,75. Na schooltijd gaat hij naar de stad met zijn vrienden. Samen hangen ze daar wat rond. Ze gaan ook shoarma halen, dit kost hem € 5-,. Als ze de shoarma ophebben gaan ze voetballen. Hij wed met zijn vrienden dat hij een 3 keer een penalty kan scoren. Dit lukt hem en hij wint € 2,50. Er is alleen 1 vriend die niet kan betalen, van die vriend houdt hij nog 25 cent tegoed. Hoeveel geld heeft deze jongen nu in zijn broekzak?