Thema budget: lenen en sparen, de betaalmiddelen, goederen en diensten
Sparen en lenen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Maatschappelijke vormingSecundair onderwijs
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Sparen en lenen
Slide 1 - Slide
Spaarrekening
Het is handiger om een overzicht te houden over je financiële situatie
Het is leuk om je spaargeld letterlijk te zien groeien
Er is minder risico dat het gestolen wordt.
Je kunt het gebruiken wanneer je het wilt.
Slide 2 - Drag question
Het is handig om je pincode altijd in de buurt van je bankkaart te houden.
A
Juist
B
Fout
Slide 3 - Quiz
Als je bankkaart gestolen wordt, bel je best onmiddellijk naar Cardstop.
A
Juist
B
Fout
Slide 4 - Quiz
Op onrechtmatige wijze bemachtigen en kopiëren van betaalkaartgegevens. Het is een vorm van betaalpasfraude, waarbij criminelen de magneetstrip van een pas kopiëren en de pincode bemachtigen op het moment dat er een betaaltransactie wordt verricht.
Het is een vorm van internetfraude. Het bestaat uit het oplichten van mensen door ze te lokken naar een valse website, die een kopie is van de echte website, om ze daar – nietsvermoedend – te laten inloggen met hun inlognaam en wachtwoord of hun creditcardnummer.
Skimming
Phishing
Slide 5 - Drag question
Bedrijf
Consument
Mensen die producten of diensten kopen.
Een organisatie die goederen maakt of diensten aanbiedt. De goederen worden gemaakt in een fabriek.
Slide 6 - Drag question
KBC is een ...
A
Productieonderneming
B
Handelsonderneming
C
Dienstverlenende onderneming
Slide 7 - Quiz
H&M is een ...
A
Productieonderneming
B
Handelsonderneming
C
Dienstverlenende onderneming
Slide 8 - Quiz
Milcobel is een ...
A
Productieonderneming
B
Handelsonderneming
C
Dienstverlenende onderneming
Slide 9 - Quiz
Wat is Black Friday?
A
Een vrijdag in oktober waarop je hoge kortingen kan scoren .
B
Een zwarte dag tegen racisme.
C
Een vrijdag in november waarop je goederen kan kopen aan hoge kortingen.
Slide 10 - Quiz
Wat is een logistiek bedrijf?
A
Het zorgt dat een product logisch wordt ingepakt.
B
Het zorgt voor het transport van goederen. ( order- picker-packer...)
C
Het zorgt dat de bestellingen op tijd bij de klanten komen.