2.1 - A - Industrie en samenleving


2.1 - Industrie 
en samenleving
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


2.1 - Industrie 
en samenleving

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe en waardoor de productie toenam.

  •  Je kunt uitleggen wat er veranderde in de samenleving.

Slide 2 - Slide

Planning
  • De stoommachine
  • Industriële samenleving
  • Bespreken toets
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide


Stoommachine



  • De stoommachine zorgde ervoor dat er meer geproduceerd kon worden. Hierdoor ontstond de industrie. 
  • Men maakte niet meer alles met de hand, maar machinale productie ging nu een belangrijke rol spelen.




De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.

Slide 4 - Slide

Van kleinschalige handmatige productie in de huisnijverheid...
... naar grootschalige machinale productie in fabrieken noemen we de industriële revolutie.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video



Industriële samenleving (1)


  • Het landschap, de manier van wonen en werken en de manier waarop arbeid werd verricht veranderde in een hoog tempo. We spreken daarom ook wel van de industriële revolutie.
  • De industriële revolutie begon in Engeland.
    De gevolgen van de industrialisatie waren zo groot dat we rond 1800 een nieuwe periode laten beginnen: de moderne tijd. 

Slide 7 - Slide

Industriële samenleving (2)
Tijdens de industriële revolutie kwam er een onpersoonlijke relatie tussen werkgever en werknemer.  

  • Fabrikanten wilden zo veel mogelijk winst maken en de lonen laag houden

  • De gevolgen van de industrialisatie waren zo groot dat we rond 1800 een nieuwe periode laten beginnen: de moderne tijd. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Zelfstandig werken
  • Doorlezen en leerdoelen onderstrepen van paragraaf 2.1. 

  • Vervolgens aan de slag met de opdrachten: 1c, 1d, 2, 3b, 3c en 4. 

Slide 10 - Slide

Leerdoelen

  •  Je kunt uitleggen wat industrialisatie inhoudt. 

  • Je kunt de belangrijkste oorzaken van de industriële revolutie benoemen. 

Slide 11 - Slide


Oorzaken van de industrialisatie

  • Verbeteringen in de landbouw. (Grootgrondbezitters kochten kleine boeren op). 
  • Voedselvoorziening nam toe, bevolking groeide en daardoor de vraag naar kleding. 
  • Het aantal arbeidskrachten nam toe. (opgekochte boeren trokken naar de stad voor werk)
  • Goedkope grondstoffen uit de koloniën (Afrika, Azië en Latijns-Amerika).
  • Engeland had grote voorraden steenkool en ijzererts.

Slide 12 - Slide

Welke stelling hoort bij wie?
BEIDEN
Kan regeren als absoluut vorst
Verantwoordelijk voor de financiën
ondertekenen van wetten
De troonrede uitspreken
Kan ministers benoemen en ontslaan
Alleen ceremoniële taken
Is onschendbaar
Mag zelf afstand doen van de troon 

Slide 13 - Drag question

Wat werd bepaald in de Grondwet van 1848?
Wel bepaald
Niet bepaald
De koning is onschendbaar
Vrijheid van onderwijs
De Eerste kamer wordt gekozen door de koning
Vergaderingen van volksvertegenwoordigers mocht niemand bijwonen
De invloed van het parlement werd verminderd
De elite kwam in aanmerking voor een plek in de Eerste Kamer
De koning heeft geen invloed meer op besluiten van de kerk
Alle mannen mochten stemmen
Er kwam censuskiesrecht
Vrijheid van meningsuiting
De koning heeft het opperbestuur over de Koloniën
De kamer mag niet worden ontbonden

Slide 14 - Drag question

Zet op de tijdbalk de gebeurtenissen in de juiste volgorde
Nederland wordt een koninkrijk
Stelsel van evenredige vertegen-woordiging
De koning heerst als Absoluut
vorst
België onafhankelijk 
Grondwet van Thorbecke
Nederland en België vormen
een verenigd
Koninkrijk 

Slide 16 - Drag question

Zet op de tijdbalk de gebeurtenissen in de juiste volgorde
Stemrecht voor mannen die
genoeg belasting betalen 
Stemrecht vanaf 18 jaar
Algemeen Vrouwenkiesrecht
Algemeen mannen
kiesrecht 
Eerste politieke partij 
Tweede Kamer door
bevolking gekozen 

Slide 17 - Drag question