Het is in dit tijdperk (509-27 v.Chr.) dat Rome uitgroeit tot een wereldrijk dat een groot gedeelte van het gebied rondom de Middellandse Zee in zijn macht heeft.
In de Republiek is niet langer één man (koning) de baas is, maar wordt het bestuur gevormd door de senaat, die ieder jaar twee consuls kiest om de Republiek te leiden. Die consuls worden geacht elkaar te controleren om zo alleenheerschappij te voorkomen, maar het draait uit op een vrijwel continue machtsstrijd.