Herhaling pragraaf 2.2 en 2.3

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Herhaling 2.2 en 2.3

Kenmerken van woonwijken

Jaren 50

Jaren 20/30

grote woningen

Laagbouw

Hoogbouw

Lage huur

Kleine woningen

Hoge huur

Overtooms Veld

Apollobuurt

Wat verklaard dat de woningdichtheid in het Overtoomse veld relatief laag is?

1. Er is sprake van laagbouw
2. Er zijn veel parkeerplaatsen
3. Er liggen veel plantsoenen
4. Er is sprake van hoogbouw

Wat kun je zeggen over de bewoners van de Appolobuurt

1. Het zijn mensen met een hoog inkomen
2. Het zijn niet-westerse allochtonen
3. Het zijn vooral gezinnen
4. Ze voelen zich niet veilig in de wijk

Wat kenmerkt de bewoners van het Overtoomse veld?

1. Ze hebben een mindere economische positie
2. Ze hebben weinig contact met elkaar
3. Ze zijn allemaal van niet-westerse afkomst
4. Ze zijn werkzoekend

Wat is het verschil tussen Allochtonen en Autochtonen?

Scoort deze wijk hoog of laag op het gebied van leefbaarheid?

Hebben we hier te maken met een etnische wijk of een getto?

Zet de juiste vorm van stadsvernieuwing bij de juiste periode.

Herinrichting

Renovatie

Sloop en nieuwbouw

Vanaf 1960

Vanaf 1970

Vanaf 1980

Wat is het verschil tussen saneren en renoveren?

Zet de begrippen op de juiste open plek in de tekst.

Bij de laatste fase van de stadsvernieuwing, __________. Ontstaat er een __________ in de soorten huizen, die in de wijk staan. Er zijn zowel kleine als grote huizen. Dit maakt de verscheidenheid aan bewoners __________. Dit maakt de ruimtelijke segregatie t.o.v andere wijken __________. Door de herinrichting wordt de ____________ niet verbeterd. Hier voor moet de veiligheid worden verbeterd. Dit is een ____________ maatregel. Ook moet de kans op werk worden verbeterd. Dit is een ____________ maatregel.

Begrippen: Maatschappelijke segregatie - variatie - sociale- herinrichting - economische - groter - kleiner