This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Introduction
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen wat fascisme is en waarom het in de jaren '20 en '30 van de 20e eeuw een belangrijke politieke stroming wordt.
Items in this lesson
Historisch Overzicht vanaf 1848 en Staatsinrichting
Het Interbellum
(1919-1939)
4. Fascisme
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen wat fascisme is en waarom het in de jaren '20 en '30 van de 20e eeuw een belangrijke politieke stroming wordt.
Slide 3 - Slide
Fascisme
Fascisme is een politieke stroming,
en wordt ook wel extreem-rechts genoemd
De naam komt van het voorwerp dat je hier ziet: een fasces
Dit voorwerp, een bijl met takken, stond symbool voor
de macht van bestuurders in het Romeinse Rijk.
Slide 4 - Slide
Benito Mussolini
Leider, of 'Il Duce', van Italië (1922-1943)
Oprichter van de Fasci di Combattimento (Zwarthemden, knokploegen)
Na de Eerste Wereldoorlog en de Vrede van Versailles was er veel onvrede,
en dat kwam door de onderhandelingen van de 'slechte' Italiaanse regering.
Slide 5 - Slide
Fascisme in Europa
'Oplossing voor de crisis'
Populair in de jaren ’20 en ’30 van de 20e eeuw
Antwoord op slecht beleid van de democratische regeringen
Niet alleen in Italië of Duitsland (NSDAP), ook in Engeland (BUF) en Nederland (NSB)
Slide 6 - Slide
Oswald Mosley (Engeland)
Anton Mussert (Nederland)
Slide 7 - Slide
Francisco Franco
Caudillo de España por la Gracia de Dios (leider van Spanje bij de Gratie Gods) Fascistische dictator van Spanje tussen 1939 en 1975(!), die een einde aan de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) maakte.
Historici zijn het er overigens niet over eens of Franco daadwerkelijk
in het rijtje van fascistische leiders als Mussolini en Hitler hoort.
Slide 8 - Slide
Kenmerken van fascisme (1)
Fascisme is overal tegen: vooral dingen die vreemd zijn en andere culturen
Fascisme is anti-democratisch: het volk hoeft niet mee te praten
Er is één leider. Hij bepaalt wat goed is. (Leidersbeginsel/Führerbeginsel)
Slide 9 - Slide
Kenmerken van fascisme (2)
Fascisme is nationalistisch: de eigen staat boven alles
Fascisme gaat uit van ongelijkheid tussen mensen: de hoogontwikkelden moeten de laagontwikkelden leiden. (Het recht van de sterkste: Sociaal-Darwinisme)
Slide 10 - Slide
Kenmerken van fascisme (3)
Niet denken maar doen. Gevoel is belangrijker dan denken.
Geweld is goed: geen woorden maar daden
De vrouw is ondergeschikt: haar taak is het krijgen van kinderen.
Slide 11 - Slide
Nationaal-Socialisme
Met Nationaal-Socialisme wordt het Duits fascisme in de periode 1933-1945 bedoeld
Ook wel: nazisme genoemd
De aanhangers worden ook wel nazi's genoemd
De Nederlandse NSB was ook nationaal-socialistisch
Slide 12 - Slide
Kenmerken van nationaal-socialisme
Het Duitse ras moet raszuiver worden gehouden.
Rassenleer en antisemitisme
Het Duitse volk heeft Lebensraum (=levensruimte) nodig.
Heim ins Reich: alle Duitsers moeten in één groot rijk wonen
Slide 13 - Slide
Video
Clipphanger: Wat is fascisme?
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Begrippen uit deze les
fascisme
leidersbeginsel/Führerbeginsel
extreem-rechts
rassenleer
antisemitisme
Lebensraum
Heim ins Reich
Slide 16 - Slide
Personen uit deze les
Benito Mussolini
Adolf Hitler
Francisco Franco
Oswald Mosley
Anton Mussert
Slide 17 - Slide
Jaartallen uit deze les
1922: Mussolini wordt 'Il Duce' van Italië
1936-1939: Spaanse Burgeroorlog
Slide 18 - Slide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 19 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen