Pedagogiek les 6

Opvoeden!
Pedagogiek 
Les 6 
Opvoedingsstijlen 
en opvoedmiddelen 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Opvoeden!
Pedagogiek 
Les 6 
Opvoedingsstijlen 
en opvoedmiddelen 

Slide 1 - Slide

Lessonup
Log in!

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Terugkoppeling vorige les
  • Je kunt verschillende opvoedingsstijlen herkennen
  • Je weet wat opvoedmiddelen zijn en je kunt voorbeelden opnoemen 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welke 4 opvoedingsstijlen kennen we?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Casus 1
Moeder vindt dat Nico (12) zijn kamer moet opruimen voordat hij gaat gamen want het is een enorme rommel. Nico weigert dat. Moeder heeft geen zin in een discussie en ziet dat Nico boos wordt omdat hij moet opruimen. Ze wil hem niet verdrietig maken en uiteindelijk geeft ze hem daarom een knuffel en laat ze het erbij. 
De kamer wordt niet opgeruimd en Nico gaat een computerspelletje spelen. Moeder baalt maar gaat weer naar beneden: ze zal het morgen zelf wel even opruimen. 
Het komt vaak voor dat Nico zijn zin krijgt.

Slide 7 - Slide

Welke opvoedingsstijl is dit, en wat kan het gevolg hiervan zijn voor Nico?

Slide 8 - Open question

Casus 2
Nina (18) wil graag vanavond de stad in, al haar vriendinnen gaan ook. Vader wil niet dat ze gaat. Nina verzet zich en vraagt waarom ze niet mag gaan, maar vader geeft geen uitleg over de reden. Ze gaat niet, en daarmee is het klaar. Het komt regelmatig voor dat vader Nina iets verbiedt wat vriendinnen wel mogen van hun ouders en het voelt voor Nina alsof ze totaal geen vrijheid heeft. Wanneer Nina begint te huilen geeft vader aan dat ze voor straf naar boven moet en haar huiswerk moet gaan maken. Vader leidt een druk leven en heeft voor verdriet om dit soort onzinnige redenen geen tijd. 

Slide 9 - Slide

Welke opvoedingsstijl is dit, en wat kan het gevolg hiervan zijn voor Nina?

Slide 10 - Open question

Casus 3
Voor de zoveelste keer vandaag is het raak: Fee (3) zet het op een huilen. Minstens de helft van de keren heeft moeder geen idee waarom. Daarom doet ze niks en wacht ze tot Fee's bui voorbijgaat. Er zal heus niks ergs zijn en moeder is al moe genoeg, daarom loopt ze de kamer uit en laat ze Fee een tijd uitrazen. Als ze het negeert dan stopt het vanzelf, desnoods doet ze even oortjes in zodat ze het gehuil niet meer hoort.

Slide 11 - Slide

Welke opvoedingsstijl is dit, en wat kan het gevolg hiervan zijn voor Fee?

Slide 12 - Open question

Casus 4
In de speeltuin krijgt Tony (4) het aan de stok met een ander kind. Ze beginnen wat aan elkaar te trekken, tot Tony de ander hardhandig op de grond duwt. Moeder loopt erop af, gaat gehurkt voor beide kinderen zitten en vraagt waarom ze ruzie kregen, daarbij maakt ze duidelijk dat hun gedrag niet door de beugel kan. Tony begint te huilen en vertelt dat hij graag met de rode schep wil spelen. Moeder erkent zijn gevoel maar legt duidelijk uit dat hij niet mag duwen en dat ze samen moeten delen. Moeder zegt dat Tony sorry moet zeggen en dan weer lekker kan gaan spelen. Tony hangt even bij zijn moeder, zegt sorry tegen het kind en ze spelen daarna weer samen verder. 

Slide 13 - Slide

Welke opvoedingsstijl is dit, en wat kan het gevolg hiervan zijn voor ?

Slide 14 - Open question

Opvoeding wordt bepaald door:
  • de aanleg en het karakter van het kind;
  • de invloed en de aanpak van de opvoeders;
  • de invloeden van de omgeving waarin het kind opgroeit.





Slide 15 - Slide

Opvoedingsmiddelen 
Opvoeden van kinderen - niet altijd gemakkelijk!
Uiteindelijke resultaat van de opvoeding hangt af van:
  • De aanleg en het karakter van het kind (kinderen zijn allemaal verschillend)
  • De invloed en aanpak van de opvoeders (wat heb je zelf meegekregen als opvoeder, wat is je stijl enz.)
  • De invloeden van de omgeving waarin het kind opgroeit (achterstandswijk, oorlogsgebieden enz.)
Een goede opvoeder maakt in ieder geval gebruik van allerlei hulpmiddelen.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Opvoedingsmiddelen
Opvoedingsmiddelen ziin instrumenten die de opvoeder bewust gebruikt om een bepaald doel te bereiken. Bijvoorbeeld: regels stellen, afleiden, aanmoedigen.
Steunen: Je bent ervoor het kind. Je houdt rekening met het kind. 
Stimuleren: Je geeft het kind de ruimte om dingen uit te proberen. En je kijkt wat het kind nodig heeft om zich te ontwikkelen
Structureren: Je biedt een dag structuur. Je hanteert regels zodat een kind weet waar het aan toe is. 




Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Zet de beloning in het juiste vakje
Materiële beloning
Immateriele beloning
Snoepje
Duim omhoog
Aai over de bol
Een activiteit doen
Cadeautje
Langer opblijven

Slide 23 - Drag question

Opvoeding middelen 
  1. Lees blz. 37 t/m 42;
  2. Benoem de vijf opvoeding middelen;
  3. Geef een voorbeeld van elk opvoedingsmiddel in een relatie onderwijsassistent medewerker (opvoeder) – kind;
  4. Bij welk opvoedmiddel horen de plaatjes 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Opvoeden en Pedagogiek 
Maak opdracht 1 t/m 4 Thieme MeulenhoF

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video