Objectief en subjectief

Objectief en subjectief

Aan het einde van de les weet iedereen
het verschil tussen objectief en subjectief.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Objectief en subjectief

Aan het einde van de les weet iedereen
het verschil tussen objectief en subjectief.

Slide 1 - Slide

Wat betekent objectief en subjectief?

Slide 2 - Mind map

Objectief en subjectief

Objectief waarnemen:
Feiten


Subjectief:
Mening /waarde geven aan 

Slide 3 - Slide

Objectief
Wanneer ben je objectief?:
- Omschrijf de feiten
- Geen mening geven aan de situatie
- Objectieve observaties lijken ook op elkaar. Het is namelijk alleen wat je ziet.

Slide 4 - Slide

Subjectief

Wanneer ben je subjectief?:
- Bij het bekijken van een situatie/plaatje geef je jouw mening.
- Je omschrijft de situatie vanuit jouw mening en gevoelens.
- Subjectief kan van elkaar verschillen iedereen heeft namelijk zijn eigen mening en gevoelens bij een bepaalde situatie.

Slide 5 - Slide

Er is ingebroken in een huis aan de Aalsterweg.
Objectief
Subjectief

Slide 6 - Poll

Slide 7 - Drag question

Er is ingebroken in een huis aan de Aalsterweg.

Slide 8 - Poll

In een subjectieve tekst staan alleen meningen.
Juist
Onjuist

Slide 9 - Poll

In een objectieve tekst staan alleen feiten.
Juist
Onjuist

Slide 10 - Poll

Op maandagochtend 23 januari is mijn fiets gestolen. Ik ben toen gelijk naar het politiebureau gegaan en toen heb ik aangifte gedaan.
Objectief
Subjectief

Slide 11 - Poll

Ik vond het heel jammer dat ze niks met mijn aangifte konden doen. Ik was erg verdrietig.
Juist
Onjuist

Slide 12 - Poll

De politieagent was erg lief en is met mij mee naar buiten gelopen. Daarna wenste hij mij een fijne dag. Ook dat vond ik erg attent van hem.
Objectief
Subjectief

Slide 13 - Poll

Om 12 uur is er een inbraak gepleegd .
Objectief
Subjectief

Slide 14 - Poll

Het is het mooiste huis van de straat.
Objectief
Subjectief

Slide 15 - Poll

De bewoners waren niet thuis op het moment van de inbraak.
Objectief
Subjectief

Slide 16 - Poll