Intro oude Egyptenaren

Van jagers naar boeren....
1 / 41
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Van jagers naar boeren....

Slide 1 - Slide

2.3: Egypte, een rijk land

Slide 2 - Slide

         De Oude Egyptenaren

Slide 3 - Slide

Wat weet je al van de oude Egyptenaren?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Van wie is deze graftombe?

Wat maakt deze graftombe zo bijzonder?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Waarom maakten Egyptenaren mummies?

Welke dieren werden genoemd?

Slide 8 - Slide

Lesdoelen
1. Waarom was de Nijl zo belangrijk voor de Egyptenaren?

2. De boeren deden aan irrigatie. Wat betekende dit?

3. Wie was de baas van Egypte? Noem iets waar hij de baas over was.

4. Wat gebeurde er met het deel van de oogst dat de boeren niet mochten houden?

Slide 9 - Slide

2.3: Egypte, een rijk land
De Nijl --> vruchtbare grond

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Landbouw in Egypte
Na overstroming blijft er dun laagje modder achter
Deze modder is ERG vruchtbaar! --> filmpje!

De boeren betalen een deel van hun oogst (graan, dadels en druiven) aan de farao als belasting

De farao betaalt zo zijn priesters, schrijvers en timmermannen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Help de natuur een handje
De planten die verder van de Nijl afliggen moesten ook water krijgen.

De Egyptenaren deden aan irrigatie (systeem om water te brengen naar grond die te droog is voor landbouw)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Farao
Iemand moest de baas zijn om alle taken te verdelen:
De Farao

Egyptenaren geloofden dat de Farao de zoon van goden was.
Hij was de baas over het land, het leger, de godsdienst en de landbouw

Slide 17 - Slide

Farao

Slide 18 - Slide

Weten we het nog?
1. Waarom was de Nijl zo belangrijk voor de Egyptenaren?

2. De boeren deden aan irrigatie. Wat betekende dit?

3. Wie was de baas van Egypte? Noem iets waar hij de baas over was.

4. Wat gebeurde er met het deel van de oogst dat de boeren niet mochten houden?

Slide 19 - Slide

Aan de slag met de vragen!
Paragraaf 2.3: Egypte, een rijk land
- Vraag 1 t/m 9 op blz. 26 t/m 29 (werkboek)





LEES BIJ ELKE VRAAG GOED WELKE BRON/TEKST JE NODIG HEBT!
KLAAR? KOM DAN EVEN LANGS!

timer
10:00

Slide 20 - Slide

Geschiedenis 
Klas 1

Slide 21 - Slide

Aan de slag met de vragen!
Basis/kader:
- Vraag 1 t/m 10 (vraag 8 overslaan!) op blz.  34 t/m 37
____________________________________________________
Klaar?
Werk verder aan keuzeopdracht C (blz. 49) en D (blz. 50)


LEES BIJ ELKE VRAAG GOED WELKE BRON/TEKST JE NODIG HEBT!

timer
10:00

Slide 22 - Slide

2.4: (Mummies en) Piramides

Slide 23 - Slide

Lesdoelen. 
1.  Waarom moest een farao al tijdens zijn leven opdracht geven voor het bouwen van de piramide?

2. Wat kregen de arbeiders van de piramide als loon betaald?

3. Wat zijn 3 belangrijke stappen om te nemen bij het maken van een mummie?

4. Voor welke test moest de farao slagen in het dodenrijk?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

De piramide
De Farao (koning) liet de piramide tijdens zijn leven bouwen.
De piramide had een verborgen grafkamer.

Hoe groter de piramide, hoe machtiger
de farao zich voelde. 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Bouwen van de piramide
Het werk duurde jaren
Duizenden mensen werkten mee
Er waren veel blokken steen nodig


De werkers kregen brood, bier en 
groenten als loon.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Reis van de Farao
De Egyptenaren geloofden dat de farao verder zou leven in het dodenrijk.

Zijn lichaam moest daarom goed bewaard blijven.

De Egyptenaren maakten een mummie van zijn dode lichaam.


Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Lesdoelen. 
1.  Waarom moest een farao al tijdens zijn leven opdracht geven voor het bouwen van de piramide?

2. Wat kregen de arbeiders van de piramide als loon betaald?

3. Wat zijn 3 belangrijke stappen om te nemen bij het maken van een mummie?

4. Voor welke test moest de farao slagen in het dodenrijk?

Slide 37 - Slide

Aan de slag!
2.4:Piramides
(blz. 29-31 in werkboek, blz. 24 en 25 in leerboek)
- vraag 1 t/m 8


Klaar? Werk verder aan:
- Opdrachten van paragraaf 2.5 en 2.6

timer
10:00

Slide 38 - Slide

Opdracht in tweetallen
Per tweetal:  - Groot blad met 20 goden 
                           - Klein blad met namen + beschrijving van goden.

Lees de namen + beschrijvingen van goden goed!
Schrijf op het grote blad onder elke god zijn/haar juiste naam!
Je hebt 12 minuten de tijd!
Tijd om? Samen bespreken. Wie heeft ze allemaal goed?

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide