This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Werk en bedrijf
Slide 1 - Slide
7.7 Ondernemingsvormen
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
- Je kan verschillende ondernemingsvormen noemen
- Je kan de verschillen tussen de ondernemingsvormen benoemen
Slide 3 - Slide
Ff herhalen...
Voordat we verder gaan, moeten we eerst checken wat we nog van vorige les(sen) weten...
Slide 4 - Slide
Wat weet je nog van de vorige les?
Slide 5 - Mind map
Wat betekent het begrip "arbeidsmotief"?
Slide 6 - Open question
Wanneer ben je "in loondienst"?
Slide 7 - Open question
En dan nu verder...
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
H7.7
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Ondernemingsvormen
Eenmanszaak
Zelfstandige zonder personeel (ZZP)
Vennootschap onder firma (Vof)
Besloten vennootschap (BV)
Naamloze vennootschap (NV)
Stichting
Een arbeidsmotief is een reden om te gaan werken
Slide 12 - Slide
Eenmanszaak
Er is één eigenaar die zelf de leiding heeft.
De eigenaar kan wel personeel in dienst hebben.
Slide 13 - Slide
Zzp-er
Iemand die werkt zelfstandig, geeft dus een eigen onderneming.
Een zzp-er heeft geen personeel en betaalt inkomstenbelasting over de winst.
Slide 14 - Slide
V.o.f.
Vennootschap onder firma: Er zijn twee of meer eigenaren (vennoten of firmanten) die samen de leiding hebben.
Slide 15 - Slide
Kenmerken eenmanszaak en v.o.f.
Voor de eigenaren van een eenmanszaak en v.o.f. is de winst hun inkomen. Daarover betalen zij inkomstenbelasting. Dat is een belasting die iedereen over zijn privé-inkomen
moet betalen.
Bij verlies zijn de eigenaren ook privé aansprakelijk.
Slide 16 - Slide
BV en NV
Een bv (= besloten vennootschap) en een nv (= naamloze vennootschap) zijn ondernemingsvormen waarbij het privégeld van de eigenaren en het geld van de onderneming strikt van elkaar gescheiden zijn. De eigenaren zijn aandeelhouders.
Over de winst wordt vennootschapsbelasting betaald.
De aandeelhouders krijgen dividend als er winst gemaakt wordt.
Slide 17 - Slide
Stichting
Een stichting is een instelling die opgericht is om een bepaald doel te verwezenlijken. Vaak ontvangen ze geld in de vorm van donaties of een subsidie. Winst mag niet gehouden worden, dit moet besteed worden t.b.v. het doel van de stichting.
Slide 18 - Slide
Wat heb je geleerd?
Slide 19 - Slide
Welke bewering is juist?
A
Een eenmanszaak hoef je niet in te schrijven bij de KVK
B
De winst van een eenmanszaak is inkomen van de eigenaar
C
De eigenaar van de eenmanszaak werkt altijd alleen
Slide 20 - Quiz
Myrthe en Johan praten over ondernemingen. Myrthe zegt dat eigenaren van nv’s geen belasting betalen over de winst van het bedrijf. Johan zegt dat eigenaren van eenmanszaken hun privévermogen niet hoeven aan te spreken bij een faillissement.
Wie heeft er gelijk?
A
Myrthe
B
Johan
C
Beide
D
Niemand
Slide 21 - Quiz
Ferdi en Anouk praten over ondernemingen. Anouk zegt dat bedrijven allemaal bv’s moeten worden zodat ze makkelijk personeel kunnen aannemen. Ferdi zegt dat zzp-ers eigenlijk eenmanszaken zijn.
Wie heeft er gelijk?
A
Ferdi
B
Anouk
C
Beide
D
Niemand
Slide 22 - Quiz
Was de uitleg duidelijk voor jou?
Slide 23 - Poll
Welke vragen heb je nog na het bekijken van deze uitleg?
Slide 24 - Open question
Aan de slag!
Lees de leertekst van H7.7 nog eens goed door.
Maak van H7.7 de opdrachten 1 t/m 7 (niet af = huiswerk voor de volgende les!)