This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Vandaag: 3.2
Morgen: toetsvoorbereiding
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
* Herhaling paragraaf 3.1
* Begin maken met 3.2: duurzame energie bronnen
* Aan de slag met 3.2/H1
Slide 3 - Slide
Hoe werkt het broeikaseffect precies? Zet het in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
De aarde heeft een broeikas-effect.
Daardoor heeft de aarde een aangename temperatuur.
Mensen zorgen voor veel uitstoot.
Er komt meer CO2 in de lucht.
De aarde houdt te veel warmte vast.
Het broeikaseffect wordt versterkt.
Slide 4 - Drag question
Zonder het natuurlijke broeikaseffect zou het op aarde vooral veel ...
A
warmer zijn.
B
kouder zijn.
C
natter zijn.
D
droger zijn.
Slide 5 - Quiz
natuurlijk broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect
Koolstofdioxide door afbraak organisch materiaal
Methaan uit moerassen en permafrost
Slide 6 - Drag question
Stelling 1: De rijkste 1 procent van de bevolking stoot evenveel co2 uit als de armste helft van de wereldbevolking. Stelling 2: Door de opwarming van de zee heeft Nederland te meer te maken met hevige regenval.
A
Stelling 1 en 2 zijn waar
B
Stelling 1 en 2 zijn niet waar
C
Stelling 1 is waar, stelling 2 is niet waar
D
Stelling 1 is niet waar, stelling 2 is waar.
Slide 7 - Quiz
Wat zijn fossiele brandstoffen? En geef een voorbeeld
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
Traditionele energiebronnen
Wat zijn fossiele brandstoffen?
= brandstoffen die zijn ontstaan uit platen en dierenresten
Voorbeelden zijn:
- Bruinkool
- Steenkool
- Olie
- Aardgas
Nadelen van fossiele brandstoffen:
- Raken op
- Stoten veel broeikasgassen uit
Slide 10 - Slide
Traditionele energiebronnen
Conventionele olie en gas: gas en olie dat makkelijk te winnen is
Soms moet je veel moeite doen om olie en gas uit de grond te halen -> teerzand (afzetting van zand en klei met daarin olie in vaste vorm)
kernenergie: +: geen uitstoot - : radioactief verval