This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Clase de español - V3.3
miércoles, 14 de abril de 2021
Slide 1 - Slide
Después de la clase de hoy
1) has leído la instrucción de la tarea final (presentación)
2) sabes cómo describir tu físico de pequeño
3) has practicado a hacer una presentación en español
Slide 2 - Slide
¿Te acuerdas? ¿Has tomado apuntes?
Signaalwoorden:
antes = vroeger
siempre = altijd
generalmente = in het algemeen
cuando era pequeño/a = toen ik klein was
cuando tenía ... años = toen ik .. jaar was
Gebruik:
Als je iets of iemand beschrijft uit het verleden. Dus als je vertelt hoe iets of iemand eruitzag in het verleden, welke dingen hij graag of vaak deed, waar hij/zij van hield. Er gebeurt niet echt iets, maar je beschrijft alleen maar hoe het was.
en esa época
cada día = elke dag
todos los días = elke dag
los domingos, lunes = altijd op zondag, op maandag etc
Slide 3 - Slide
La presentación - instrucción
En clase: vamos a leer la instrucción en la página 5 del reader. Después de leer puedes hacer preguntas.
En casa: lees de instructie voor de presentatie op blz. 5 in je reader. Als je er vragen over hebt, dan kun je die stellen in de chat.
Slide 4 - Slide
Vertaal: Welkom bij mijn presentatie
Slide 5 - Open question
Vertaal: Ik ga praten over mijn kindertijd
Slide 6 - Open question
Vertaal: ik ben geboren in Amsterdam op 9 juli 2008
Slide 7 - Open question
Vertaal: ik was vroeger altijd vrolijk
Slide 8 - Open question
Vertaal: ik vond het leuk om te voetballen
Slide 9 - Open question
Vertaal: Ik had veel vriendjes/vriendinnetjes
Slide 10 - Open question
Vertaal: Mijn beste vriend(in) heette Alex / Alexandra
Slide 11 - Open question
Grupo en casa
Puedes salir de teams ahora y terminar les 8 en lessonup klas
Slide 12 - Slide
Beschrijf je uiterlijk van nu
Maak Spaanse zinnen waarin je jezelf beschrijft zoals je nu bent.
Begin met: "Ahora ...."
Beschrijf de volgende punten:
ogen
haar (kleur, lengte, krul, steill etc)
lang, klein
dik, dun
Tip
Je kan in je reader (woordelijst) kijken bij el físico.
Schrijf deze zinnen in je schrift
Slide 13 - Slide
Schrijf hier de zinnen over je uiterlijk in de tegenwoordige tijd
Slide 14 - Open question
Beschrijf je uiterlijk van vroeger
Maak Spaanse zinnen waarin je jezelf beschrijft zoals je vroeger was. Begin met één van de signaalwoorden van de imperfecto
Beschrijf de volgende punten:
ogen
haar (kleur, lengte, krul, stijl etc)
lang, klein
dik, dun
Schrijf deze zinnen in je schrift
Slide 15 - Slide
Maak een foto van de zinnen over je uiterlijk van toen je klein was
Slide 16 - Open question
Practicar a hablar de tu físico de pequeño
Tienes 5 minutos para aprender de memoria (= uit je hoofd leren) las frases que has escrito sobre tu carácter
(met de signaalwoorden)
Je mag een spiekbriefje maken met losse woorden in het Nederlands (geen zinnen)
timer
5:00
Slide 17 - Slide
Practicar a presentar
Empieza con ''bienvenidos" ..... etc
Después:
1. ¿Cómo te llamas y cuántos años tienes?
2. ¿Tienes hermanos?
3.¿Cuándo y dónde naciste?
4. ¿Dónde vives?
Vertel daarna over je uiterlijk nu en je uiterlijk vroeger
Als je thuis werkt, maak je een opname van deze mini presentatie en die stuur je naar de chat, nu tijdens de les.
Slide 18 - Slide
Waarom denk je dat je docent je steeds mini presentaties laat houden?
Slide 19 - Open question
Ahora sé cómo describir mi físico de ahora y de antes