De regels voor de spelling:
- Achter een znw zet je: -je, -kje, -pje, -tje of -etje
- Korte klanken worden in het verkleinwoord soms lang: blad -> blaadje
- Bij woorden die op een klinker eindige, is er meestal klinkerverdubbeling:
logé -> logeetje, auto -> autootje
maar: kiwi -> kiwietje, buggy-> buggy'tje
- Afkortingen krijgen een apostrof: cd'tje, wc'tje