Startrekenen VO 2F - H6- les 2

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Leerdoelen vorige les

Aan het eind van deze les heb/ kun je:

- Rekenregels toepassen in de 4 stappen;

- machtsverheffen;

- worteltrekken

UIT JE HOOFD LEREN!

1. haakjes wegwerken 
2. machtsverheffen en worteltrekken 
3. Vermenigvuldigen en delen 
4. optellen en aftrekken 

7 + 8 × 5 =

1. haakjes wegwerken - NEE
2. machtsverheffen en worteltrekken -NEE
3. Vermenigvuldigen en delen - JA!        7 x 7 = 49
4. optellen en aftrekken - JA!                  49 - 26 = 23

121 − (7 × 7) =

1. haakjes wegwerken - NEE
2. machtsverheffen en worteltrekken -NEE
3. Vermenigvuldigen en delen - JA!          63 : 9 = 7
4. optellen en aftrekken - JA! 13 + 7 = 20

72 : 8 × 7 =

1. haakjes wegwerken - JA! 17 + 9 = 26
2. machtsverheffen en worteltrekken -NEE
3. Vermenigvuldigen en delen - JA!      26 x 8 =208
4. optellen en aftrekken - NEE

Rekenregel 2 - machtsverheffen en worteltrekken

Machtsverheffen = getal vermenigvuldigen met zichzelf

dus: 42  = 4 x 4 = 16

Rekenregel 2 - machtsverheffen en worteltrekken

Worteltrekken  = 

het omgekeerde van machtsverheffen

dus:     16 = 4 want 4 x 4 = 16

√​​​​

Zelf oefenen/ HUISWERK!

Maak de volgende opdrachten in je boek:

Opdracht 1 t/m 7

Studiemeter - startrekenen online - 2F paarse werkboek - domein getallen - oefeningen

- rekenregels

- machten en wortels

10² =
1² =

64 =
100 =

√​​​​

√​​​​

136 - (9 x 2²) + 25 =

Leerdoelen deze les

Aan het eind van deze les heb/ kun je:

- Rekenregels toepassen met een rekenmachine;

- Uitkomst van een som schatten;

- Rekenmachine gebruiken om grote getallen en decimalen te berekenen.

6.2 Rekenen met rekenmachine

Boek blz. 132 (3F 110):

Rekenmachine op je telefoon - leer je rekenmachine kennen...

Maak opdracht 8 t/m 10

3F opdracht 12 t/m 19

Opdr. 11

Maartje heeft voor een feest 7 blikken cocktailworstjes gekocht. Tijdens het feest worden 148 cocktailworstjes gegeten.
Hoeveel cocktailworstjes zijn er over na het feest?

Schatten

Blz. 135 (3F 105)

Voorbeeld:

Josefien koopt 6 hyacinten.
Een hyacint kost € 2,95 per stuk.
Hoeveel moet ze ongeveer betalen?
Rond het antwoord af op hele euro’s.

Schatten

Blz. 136

Opdracht 12 - samen

Opdracht 13

Opdracht 14

3F opdracht 6 + 7 blz. 105/106

Huiswerk 23 oktober

Opdrachten boek -  1 t/m 14