What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Periode 2 les 3 Dinsdag
Welkom bij Nederlands!
27 november 2018
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
15 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom bij Nederlands!
27 november 2018
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Doelen van de les
Uitleg Spelling 1.1 + 1.2
Aan de slag
Volgende les
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Doelen van deze les
Aan het einde van de les kun je de verschillende vormen van het werkwoord herkennen.
Aan het einde van de les kun je zelfstandignaamwoorden, lidwoorden en (stoffelijke) bijvoeglijk naamwoorden herkennen.
Slide 3 - Slide
Werkwoorden
Doe-woorden --> Doen of overkomen
Soms niet zo duidelijk (zijn, moeten, worden).
Verschillende vormen:
Persoonsvorm
Infinitief
Voltooid deelwoord
Slide 4 - Slide
Persoonsvorm
Werkwoordsvorm die je van tijd kunt veranderen.
Iedere zin heeft één of meer persoonsvormen, soms ook gesplitst (opbellen)
Voorbeeld:
Ben
gaat
vrijdag op bezoek bij zijn stagebedrijf.
Waarom
konden
jullie niet afspreken.
Let op vraagzin helpt niet altijd met vinden!
Tijdsproef of getalsproef.
Slide 5 - Slide
Infinitief
Het hele werkwoord (woordenboeksvorm)
Voorbeeld:
Rachelle wil vanavond
sporten
.
Slide 6 - Slide
Voltooid deelwoord
Geeft aan dat iets eerder is gebeurd.
Vaak een vorm van hebben, zijn of worden.
Voorbeeld:
Heeft Kay een taxi
gebeld
?
Yara en Tom zijn ook
uitgenodigd
voor het feest.
Het bedrag wordt zo snel mogelijk naar je rekening
overgemaakt
.
Slide 7 - Slide
Zelfstandig naamwoord (ZN)
Er kan bijna altijd een lidwoord voor. --> De studenten, het feest, een gesprek.
Je kunt ze vaak in meervoud zetten. --> Een gesprek, twee gesprekken.
Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken. --> De tafel, het tafeltje.
Let op! Ook namen!
Slide 8 - Slide
Lidwoorden (LW)
3 lidwoorden
De, het een
De = bepaald mannelijk of vrouwelijk
Het = bepaald onzijdig
Een = onbepaald
Slide 9 - Slide
De
Woorden voor personen, bergen of rivieren
Woorden in meervoud
Woorden voor vruchten of bomen
Letters en cijfers
Slide 10 - Slide
Het
Verkleinwoorden
Woorden die eindigen o -isme, -ment, -sel en -um
Woorden met twee of meer lettergrepen die beginnnen met be-, ge-, ver- en ont-
Namen van talen, metalen en windrichtingen
Slide 11 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord (BN)
Maak de opdrachten op bladzijde 140-144 van het boek
Maak de extra oefenopdrachten online!
Slide 12 - Slide
Stoffelijke BN (STOF BN)
Zegt iets over het materiaal.
Een
zilveren
ring, een
canvas
tas
Slide 13 - Slide
Aan de slag!
Maak de opdrachten op bladzijde 140-144 van het boek
Maak de extra oefenopdrahten online!
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
More lessons like this
Periode 2 Les 4
November 2018
- Lesson with
16 slides
Nederlands 4.5-4.6
November 2018
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Het bijvoeglijk naamwoord als voltooid deelwoord
February 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
1kgtb - H5 TV - BN - 26/2
February 2021
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naawoord en bijwoord
May 2021
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
1gt - H5 TV - BN - 2/3
March 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
1ka - BN en VW - 5/3
March 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Woordsoorten
November 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2