De cirkel van invloed en de cirkel van betrokkenheid

De cirkel van invloed en de cirkel van betrokkenheid
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De cirkel van invloed en de cirkel van betrokkenheid

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les begrijp je het verschil tussen de cirkel van invloed en de cirkel van betrokkenheid op.

Slide 2 - Slide

Leg aan het begin van de les uit wat het leerdoel is, zodat de leerlingen weten wat ze kunnen verwachten.
Cirkel van betrokkenheid
De cirkel van betrokkenheid gaat over de dingen waar je je mee bezighoudt, maar geen invloed op hebt.

Slide 3 - Slide

Leg uit wat de cirkel van betrokkenheid is en geef voorbeelden. Laat leerlingen ook zelf voorbeelden bedenken.
Cirkel van invloed
De cirkel van invloed gaat over de dingen waar je invloed op hebt.

Slide 4 - Slide

Leg uit wat de cirkel van invloed is en geef voorbeelden. Laat leerlingen ook zelf voorbeelden bedenken.
Vergelijking
De cirkel van betrokkenheid is groter dan de cirkel van invloed.

Slide 5 - Slide

Laat de leerlingen zien dat de cirkel van betrokkenheid groter is dan de cirkel van invloed en leg uit wat dit betekent.
Oefening
Verdeel de klas in groepjes en laat ze situaties bedenken waarbij er sprake is van een cirkel van betrokkenheid en een cirkel van invloed.

Slide 6 - Slide

Laat de leerlingen samenwerken en bespreek de uitkomsten van de oefening klassikaal.
Toepassing
Laat de leerlingen bedenken hoe ze de cirkel van invloed kunnen vergroten.

Slide 7 - Slide

Stimuleer de leerlingen om na te denken over hoe ze meer invloed kunnen uitoefenen op de situaties waarin ze zich bevinden.
Voorbeelden
Geef voorbeelden van situaties waarbij de cirkel van betrokkenheid en de cirkel van invloed een rol spelen, bijvoorbeeld in de politiek of op school.

Slide 8 - Slide

Laat de leerlingen zien dat de cirkel van invloed en betrokkenheid in veel verschillende situaties voorkomen.
Samenvatting
Herhaal de belangrijkste punten van de les en vraag de leerlingen of ze nog vragen hebben.

Slide 9 - Slide

Zorg ervoor dat de leerlingen de belangrijkste punten van de les begrijpen en dat ze eventuele vragen kunnen stellen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.