dag 9

Woorden
Thema 13:  Vriendschap
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woorden
Thema 13:  Vriendschap

Slide 1 - Slide

vanaf
  • bij welke plaats iets begint
  • zin: Vanaf station Groningen moesten we lopen. 
  • op welke tijd of datum iets begint. 
  • zin: Vanaf 1 januari gelden nieuwe regels. 
57

Slide 2 - Slide

vragen
  • zeg je om een reactie of een antwoord te krijgen
  • werkwoord, ik vraag- jij vraagt - wij vragen
  • zin: De docent vroeg hem of hij de deur wilde sluiten. 
58

Slide 3 - Slide

de vriend
  • iemand die je leuk vindt en met wie je een band hebt
  • zin: Hij had al zijn vrienden uitgenodigd voor het feest. 
  • iemand waarmee je een liefdesrelatie hebt
  • zin: Liva en haar vriend willen trouwen. 
59

Slide 4 - Slide

de vriendin
  • meisje of vrouw die je leuk vindt en met wie je een band hebt
  • zin: Zij gaat met haar vriendinnen naar Amsterdam.  
  • meisje of vrouw waarmee je een liefdesrelatie hebt
  • zin: Mo en zijn vriendin gaan naar de bioscoop. 
60

Slide 5 - Slide

vrolijk
  • blij 
  • zin: Mina is een vrolijk meisje. 
61

Slide 6 - Slide

de ziekte
  • de keer dat je ziek bent
  • iets wat maakt dat je ziek bent
  • de ziekte - de ziektes 
  • zin: Door zijn ziekte kon de man niet meer werken. 
62

Slide 7 - Slide

Maak een zin met
vanaf
57 

Slide 8 - Open question

Ik .......... de weg naat het centrum.
Jullie ............. de weg naar het centrum
Mijn broer ......... de weg naar het centrum
58 
A
vragen vraag vragt
B
vraag vragen vraagt
C
vrag vragen vragt
D
vraag vragen vragt

Slide 9 - Quiz

...........vorige week gaan wij zwemmen.
57 
A
vanaf
B
soms
C
sommige
D
tot

Slide 10 - Quiz

59/60
Wie is jouw beste vriend/ vriendin?

Slide 11 - Mind map

Wat is het meervoud?
de vriend - de ..........
de vriendin - de...............
59/60
A
de vrienden de vriendinnen
B
de vriendinnen de vriendinnen
C
de vrienden de vrienden
D
de vriendinnen de vrienden

Slide 12 - Quiz

Ineke is een ................meisje
61/8
A
lach
B
vrolijk
C
soms
D
blij

Slide 13 - Quiz

61
timer
1:30
Waar word jij vrolijk van?

Slide 14 - Mind map

Mijn opa is overleden aan een ernstige .....................................
62
A
ziekte
B
tijd
C
vriend
D
thuis

Slide 15 - Quiz

Door zijn..............kon de man niet meer werken.
62
A
ziek
B
vrolijk
C
ziekenhuis
D
ziekte

Slide 16 - Quiz

Vond je thema vriendschap leuk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll