1. Ik heb 33.000 op een spaarrekening staan. De rente is 0,6 procent. Bereken de rente na 3 jaar
2. Ik heb een spaarrekening met 1400 Euro. De rent is 3 %. Bereken de rente na 7 maanden.
3. Maandelijkse termijnen lening de Rabobank
a. Wat is de formule om kredietkosten te berekenen.
b. Ik leen 1000 euro bij de met een looptijd van 2 jaar wat zijn de kredietkosten
4. Bekijk de premietabel hieronder.
Rafik koopt een Fatbike voor € 1895. Hij verzekert hem 1 jaar tegen schade en diefstal.
Bereken hoeveel de premie per maand is.
Premies Fatbike verzekering
Nieuwwaarde Fatbike Looptijd 1 jaar Looptijd 2 jaar
alleen schade schade + diefstal alleen schade schade + diefstal
€ 0 - € 1000 € 135 € 145 € 165 € 180
€ 1001 - € 2000 € 154 € 170 € 200 € 219
€ 2001 - € 3000 € 275 € 299 € 235 € 270
5. Wat is de formule voor nieuw saldo als je inkomsten en uitgaven hebt gedaan.
6. Ik kan een tv bij coolblue kopen door 1 in één keer € 695 te betalen of ik kan er voor kiezen om de op afbetaling kopen. Bij een afbetalingsperiode van 24 maanden zijn de kredietkosten € 89. Bereken wat dan het bedrag van de maandelijkse termijn is.
7. Wat is de formule van verzekeringskosten?
8. Wanneer maak ik winst of verlies op een aandeel?
9. Wat is de formule voor bedrag vreemd geld.
10. Kijk naar berekening op pagina 85
Gebruik de koerstabel.
Monique gaat met vriendinnen een week op vakantie naar Zwitserland. Ze neemt bij een wisselkantoor 600 Zwitserse Franken op. Bij terugkomst heeft ze nog 100 Zwitserse Franken over. Ze wisselt die bij de bank weer in voor euro’s. Ze pint in Zwitserlande tussendoor geen geld. Bereken hoeveel het verblijf in Zwitserland Monique heeft gekost.
Doe het zo:
Neem uit onderstaande zinnen de nummers over en schrijf de juiste bedragen met de berekening erachter.
Voor de aankoop van Zwitsers Franken betaalde Monique € …(1)…
Bij terugkomst ontving Laura voor de franken die ze over had € …(2)…
De vakantie heeft haar € …(3)… gekost.
Wisselkoers voor € 1
U koopt U verkoopt
Zwitserse Franken 1.10 1,24
11. Je gaat op vakantie met je partner. Daarvoor sluit je een reisverzekering af waarvoor de premie € 23,50 per persoon bedraagt. De poliskosten zijn 6 euro. Over het totale bedrag betaal je nog 21% assurantiebelasting. Bereken de totale verzekeringskosten. Gebruik daarvoor het schema voorbeeld in het groene blok op pagina 102.
12. A. Wat is de formule van schadevergoeding bij onderverzekering?
B. Je inboedel is voor € 50.000,- verzekerd. In werkelijkheid is de inboedel € 60.000,- waard. Bij een kleine brand ontstaat er voor € 15.000,- schade aan je inboedel. Hoeveel wordt de schadevergoeding.
13. Voor het verzekeren van je fiets betaal je in één keer € 76,10. De poliskosten zijn € 7. De assurantiebelasting is 21%. Bereken de totale verzekeringskosten.
14. Lees het bericht.
In dezelfde periode was de spaarrente gemiddeld 0,2%.
Werd je spaargeld in deze periode meer of minder waard? Leg je antwoord uit.
Consumentengoederen en -diensten waren in februari 1,8% duurder dan vorig jaar, meldt het CBS. In januari was de inflatie nog 1,6%.
15. Bekijk de bonus-malusregeling.
Arie heeft een scooterverzekering bij verzekeringsmaatschappij Swift. Vanwege schadevrij rijden krijgt hij 45% no claimkorting.
Hoeveel schadevrije jaren heeft Mo?
A 1 jaar
B 3 jaar
C 4 jaar
D 6 jaar
Bonus-malusregeling scooterverzekering Swift
Trede Schadevrije jaren No-claim korting No-claim korting na één schade
6 4 of meer 70% 45%
5 3 60% 35%
4 2 55% 20%
3 1 45% 0%
2 0 35% + 10%
1 -1 20% + 15%
0 -2 0% + 20%
16. Zorgtoeslag. (pag 112)
Arie is 23 jaar. Zijn inkomen is € 1.965 per maand. Voor zijn zorgverzekering betaalt hij € 124,90 premie per maand.
Bereken voor Arie de maandelijkse kosten voor de zorgverzekering als je rekening houdt met de zorgtoeslag die zij ontvangt.
Zorgtoeslag
Jaarinkomen tot Zorgtoeslag per maand
€ 21.000 € 104
€ 22.000 € 97
€ 23.000 € 86
€ 24.000 € 75
€ 25.000 € 63
€ 26.000 € 52
€ 27.000 € 41
€ 28.000 € 29
€ 29.000 € 18
€ 30.000 € 7