H8: 8.6 / Verhoudingen - 3M

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 3

Lesplanning:   

• Lesdoel bekijken
• Terugblik: periode 3 t/m 8.5
• Theorie: 8.6
• Huiswerk
• Lesdoel behaald
• Filmpjes

H8: Getallen

1. Grote getallen
   
2. Wetenschappelijke notatie 
3. Kleine getallen 
4. Eenheden van tijd 
5. Eenheden van snelheid 
6. Verhoudingen 

H2: 4. Aanzichten

       5. Ruimtefiguren

H7: Oppervlakte en inhoud

        1. Metriek stelsel

        2. Oppervlakte en omtrek

        3. Opp van Ruimtefiguren

        4. Inhoud

        5. Oppervlakte en vergroten

        6. Inhoud en vergroten

        7. Gewicht

Bekijk deze Lesson-up goed!

Maak de opgaven en kijk ze na.

Zoek hulp waar mogelijk.

lesdoel

Je hebt de leerdoelen van 8.6 behaald, of

weet wat je nog moet doen om deze te behalen.

• Je weet wat een verhouding is.
  
• Je weet wat een verhoudingstabel is. 
• Je kunt een verhouding omrekenen naar een percentage. (met verhoudingstabel)

Terugblik

• Wat zijn een aantal eenheden van tijd?
• Bijvoorbeeld: seconden, minuten, uren, dagen, weken, jaren, maanden, seizoenen, kwartalen, eeuwen, millenia, etc.
• Hoeveel dagen, uren en minuten is 62,45 uur?
• 62,45 : 24 = 2,685... dagen, dus 2 hele dagen. 2 dagen is 2 x 24 = 48 uur
  Dus we houden 62,45 - 48 = 14,45 uur over.
  14,45 uur = 14 uur en (0,45 x 60=) 27 minuten.
  Dus 62,45 uur = 2 dagen, 14 uur en 27 minuten.

Terugblik

• Hoeveel uur is 6 uur en 15 minuten? Antwoord is decimaal getal.
  
• 15 minuten = 15 van de 60 minuten (= 1 uur), dus 15 : 60 = 0,25uur 
  Dus 6 uur en 15 minuten = 6,25 uur.
• Wat zijn de meest gebruikte eenheden van snelheid?
• Km/uur (kilometer per uur) en m/s (meter per seconde)
• Hoeveel km/uur is 30 m/s?
  
• 30 x 3,6 = 108 km/uur. Denk aan het schema uit de vorige les.
• Hoeveel m/s is 50 km/uur? Rond af op 1 decimaal.
• 50 : 3,6 = 13, 888... Dus afgerond 33, 9 m/s.

8.6: Verhoudingen

Bekijk de volgende 2 filmpjes.

In het eerste filmpje worden de vragen beantwoord: wat is een verhouding? en hoe maak ik een verhoudingstabel?

In het tweede filmpje wordt de verhoudingstabel verder uitgewerkt. Hier zit de overstap naar de opgaven uit het boek in.

01:17-01:20

GEODRIEHOEK MENEER!

01:30-01:33

Zet het woord 'totaal' er ook voor.

01:50-01:53

Pijltjes met x2!

02:30

Aanvulling

Eerst naar 20 liter is mogelijk, maar hij had ook eerst naar 1 liter kunnen gaan en daarna naar de gevraagde 2 liter.

Dan deel je eerst alles door 5,

daarna vermenigvuldig je alles met 2.

Klik op het pijltje onder het filmpje en het filmpje gaat weer door.

Aanvulling

Bij de scooter had hij ook gelijk alles x 400 kunnen doen, zodat hij direct op het goede antwoord uit kwam.

5.8: Verhoudingen

Als je in een verhoudingstabel naar de verhouding in procenten wilt gaan, 

dan zet je bij totaal 100 neer. Immers 100% is altijd het totaal.

Voorbeeld van de scooters op de volgende slide.

5.8: Verhoudingen

     Scooters

L	3	0,5	50
J	2	0,333...	33,333...
K	1	0,1666...	16,666...
totaal	6	1	100

:6

:6

x100

x100

Dus Loes betaald 50% van de kosten, Joke 33,3% en 

Kelly 16,7%

Wat heb je deze les geleerd?

• Je hebt gezien wat we in de wiskunde met een verhouding bedoelen.
• Je hebt gezien wat een verhoudingstabel is en hoe je hiermee kunt rekenen.
• Je hebt geleerd hoe je om moet rekenen naar percentages met een verhoudingstabel.

Huiswerk

Maken:

8.6: Opgaven 51 t/m 60 + E-160
(De E-opgave op bladzijde 160 dus ook)

Nakijken:

Alle huiswerk van deze periode.

Zs

Zf

Zf

Huiswerk bespreken

Extra uitleg

Lesdoel behaald?

Je hebt de leerdoelen van 8.6 behaald, of

weet wat je nog moet doen om deze te behalen.

• Je weet wat een verhouding is.
  
• Je weet wat een verhoudingstabel is.
  
• Je kunt een verhouding omrekenen naar een percentage. (met verhoudingstabel)

Eerst nakijken en dan je leerdoelenformulier bijwerken.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.