Economie paragraaf 2.4 deel 2

Economie
Paragraaf 2.4 Brutoloon en nettoloon deel 2
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieHBOVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolhavoLeerroute HLeerjaar 3,4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Economie
Paragraaf 2.4 Brutoloon en nettoloon deel 2

Slide 1 - Slide

Planning
  • Cijfers werkstuk
  • Leerdoelen
  • Terugblik vorige les
  • Uitleg over brutoloon en nettoloon
  • Opdracht maken 
  • Afsluiting van de les

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 
Aan het einde van de les ....
  • Kunnen jullie de begrippen brutoloon en                                                                     nettoloon uitleggen;
  • Weten jullie welke bedragen op je loon worden                                                 ingehouden en waar het voor wordt gebruikt.
  • Kunnen jullie de nettoloon berekenen aan de                                                             hand van de formule.

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 4 - Mind map

AOW
Anw
WW
WIA
AWBZ
AKW
Algemene ouderdomswet
Werkloosheidswet
Algemene kinderbijslag wet
Algemene nabestaandenwet
Algemene wet bijzondere ziektekosten
Werk werk en inkomen  naar arbeidsvermogen

Slide 5 - Drag question

Salarisstrook 

Slide 6 - Slide

Brutoloon


Premies volksverzekeringen (gebruikt  voor betalen van uitkeringen)
Loonbelasting
Nettoloon (krijg je op je rekening gestort)
Brutoloon is het loon dat je met je werkgever hebt afgesproken en dat in je arbeidscontract staat. 
Nettoloon is het loon dat je uiteindelijk gestort ktijgt op je bankrekening, nadat de loonbelasting en premie volksverzekering eraf zijn. 
Loonbelasting is belasting die je betaald over je loo. Die gebruikt wordt door de overheid voor collectieve voorzieningen, zoals onderwijs & politie en weggenbouw. 
Premie volksverzekering (sociale premiesis een premie (bedrag) die die van je loon afgaat voor de sociale uitkeringen, zoals AOW en Anw enz.  

Slide 7 - Slide

Brutoloon is het loon die je hebt afgesproken met je werkgever
Nettoloon is het loon wat je uiteindelijk betaald krijgt na de pensioenpremie, loonheffing en inkomenszorgverzekering. 
Loonheffing is de optelsom van loonbelasting en de premies volksverzekering 
Geven het bedrag aan, waarbij er nog geen sociale premies en vergoedingen van de inkomensafhankelijke zorgverzekeringswet van af is gehaald 

Slide 8 - Slide

Hoe bereken je het nettoloon? 

Brutoloon - loonbelasting - sociale premies = Nettoloon 
premies volksverzekering 

Slide 9 - Slide

I: Brutoloon is het geld wat je uiteindelijk krijgt.

II: Nettoloon is het geld waar alle sociale premies en belasting af zijn gehaald.
A
Beide zijn juist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 is juist, 2 is onjuist
D
Beide zijn onjuist

Slide 10 - Quiz

Opdracht 2 maken 
De leerlingen die ik nu in de breakoutrooms ga zetten gaan zelfstandig opdracht 2 maken die in Teams bestanden staat. 

Slide 11 - Slide

Uitleg nettoloon berekenen
Brutoloon € 2100
Loonbelasting € 300
Sociale premies bedraagt 10% van de brutoloon

Bereken de nettoloon. 

Slide 12 - Slide

Opdracht 1 of 2 maken 
Vind je het nog lastig? Dan maak je  opdracht 1 
 Begrijp je het ? Dan maak je opdracht 2 
De opdrachten staan in Teams bestanden!!
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Terugblik Leerdoelen 
Aan het einde van de les ....
  • Kunnen jullie de begrippen brutoloon en                                                                     nettoloon uitleggen;
  • Weten jullie welke bedragen op je loon worden                                                 ingehouden en waar het voor wordt gebruikt.
  • Kunnen jullie de nettoloon berekenen aan de                                                             hand van de formule.

Slide 14 - Slide

Hoe bereken je het nettoloon?
A
Brutoloon - loonbelasting + premies
B
Brutoloon - loonbelasting - premies
C
Brutoloon + loonheffing
D
Brutoloon - btw

Slide 15 - Quiz

Dit is het loon dat je met je werkgever hebt afgesproken en waarop nog niets is ingehouden
A
minimum loon
B
nettoloon
C
brutoloon
D
betaald loon

Slide 16 - Quiz

Hoe verliep de les?
Nuttig/leuk op deze manier?
Noem tips en tops!

Slide 17 - Open question