Maak van 1.2. de volgende opdrachten: 10 t/m 14
Afspraken tijdens het zelfstandig werken:
1. Als je iets niet snapt mag je je schoudermaatje vragen. Doet dit zachtjes.
2. Kom je er samen niet uit, dan steek je je vinger op. Je gaat ondertussen verder met de volgende opdracht.
3.Tijdens mijn ‘service-rondje’ probeer ik je te helpen.