This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 7 Evolutie
Paragraaf 1 De oorsprong van het leven
Slide 1 - Slide
Programma
Leerdoelen
Lezen
Verwerken
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat de catastrophetheorie inhoudt
Je kunt uitleggen wat de evolutietheorie inhoudt
Je kunt het verschil uitleggen tussen Lamarck's en Darwin's theorie
Je kunt benoemen wat neodarwinisme inhoudt
Slide 3 - Slide
Bibliotheektijd
Lezen blz. 216 - 217
timer
6:00
Slide 4 - Slide
Ontwikkeling van het leven: de verschillende theoriën
Schepping (Genesis)
Catastrofetheorie (Cuvier 1768-1832)
Transformatietheorie (Lamarck 1744 - 1829)
Evolutie door selectie (Darwin 1809 - 1882)
Slide 5 - Slide
Schepping
Gebaseerd op Genesis (bijbel)
God schiep de aarde en al het leven
Soorten veranderen niet want God heeft ze geschapen zoals ze zijn.
Intelligent design: Leven is zo ingewikkeld/ingenieus dat het logisch is dat het bedacht is
Slide 6 - Slide
Catastrofetheorie
(Cuvier)
Cuvier probeerde te verklaren waarom fossielen uit afzettingslagen niet lijken op de levende organismen in het gebied.
Theorie: Door catastrofe evenementen (natuurrampen) verdwijnen alle organismen in het getroffen gebied. Door nieuwe schepping ontstaan er nieuwe soorten in het gebied
Past binnen het schepingsverhaal
Slide 7 - Slide
Transformatietheorie (Lamarck 1744-1829)
In de 18e eeuw -> soorten veranderen wel
Lamarck (1809) komt met de eerste evolutietheorie:
Fossielen uit verschillende lagen vertonen overeenkomsten in lichaamsbouw -> maakte een stamboom
Theorie: tijdens het leven verworven eigenschappen worden doorgegeven aan de nakomelingen
Slide 8 - Slide
Evolutie door selectie (Darwin 1809 - 1882)
Darwin komt in 1859 met een nieuwe evolutietheorie door volgende inzichten:
Er is variatie tussen individuen van een populatie
Twaalf verschillende soorten Galápagosvinken op de verschillende Galápagos eilanden
Eilanden hebben verschillende leefomstandigheden (type voedsel)
Iedere soort specifiek aangepast aan de leefomstandigheden van het eiland
Theorie: De omgeving oefent een selectie uit op de populatie. De individuen (vinken) die het best zijn aangepast aan de leefomstandigheden (type voedsel) overleven het langst en planten zich meer voort. Na aantal generaties bestaat populatie voornamelijk uit individuen die goed zijn aangepast aan type voedsel dat te vinden is.
Slide 9 - Slide
4 principes van Darwin
1. Er is variatie binnen een soort
2. Er is een strijd om voorzieningen tussen individuen (Voedsel, voortplantingspartners, ruimte etc.)
3. De variatie binnen een soort levert sommige individuen een voordeel op t.o.v. andere individuen
4. Eigenschappen kunnen worden doorgegeven aan de nakomelingen
Slide 10 - Slide
Neodarwinisme
Darwin kon geen verklaring voor hoe eigenschappen overerven.
De erfelijkheidswetten van Mendel en de ontdekkingen over DNA, recombinatie van allelel en mutaties gaven hier wel een verklaring voor en vulden daarmee de evolutietheorie van Darwin later aan en samen is het verwerkt tot de huidige neodarwinistische theorie.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Slide
Wat is het antwoord van de vraag op de vorige slide? Nu
Slide 14 - Open question
Evolutie of schepping? Wat geloof jij?
A
Evolutie
B
Schepping
C
Combinatie?
Slide 15 - Quiz
Verwerken
Ga naar de planner op It's Learning en maak de opdrachten bij de les: Oorsprong van het leven (Paragraaf 7.1). -> Basis: in ieder geval -> Extra hulp: als je denkt de leerdoelen nog niet te beheersen. -> Verdieping: bij uitdaging of ter oefening van toets/examenvragen.
Kijk de gemaakte opdrachten ook na. De antwoorden staan onder bronnen (hoofdstuk 7).
Mail je vragen naar je docent of maak gebruik van het chat-uurtje.