Hoofdtelwoorden - rangtelwoorden

Thema 6 les 15
Doel: telwoorden leren herkennen.

Aan het eind van de les kan ik in een zin aangeven of er hoofdtelwoorden of rangtelwoorden worden gebruikt.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 6 les 15
Doel: telwoorden leren herkennen.

Aan het eind van de les kan ik in een zin aangeven of er hoofdtelwoorden of rangtelwoorden worden gebruikt.

Slide 1 - Slide

Er zijn twee soorten telwoorden
Een telwoord is een woord dat een aantal of een volgorde aangeeft. 

Er zijn twee soorten telwoorden, namelijk:
Het hoofdtelwoord: één, twee, drie, vier enzovoort. 
Het rangtelwoord: eerste, tweede, derde enzovoort. 


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Dus kort samengevat:

Slide 4 - Slide

Jan kwam als tweede over de finish.
Tweede is een...

Slide 5 - Open question

Ik heb vier broodjes gesmeerd.
Vier is een ...

Slide 6 - Open question

Ik koop zes koffiekopjes.
Zes is een ...

Slide 7 - Open question

Ik ben als vijfde aan de beurt.
Vijfde is een ...

Slide 8 - Open question

Iris is acht jaar.
Acht is een...

Slide 9 - Open question

Vul een hoofdtelwoord in:
De training was om ... uur klaar.

Slide 10 - Open question

Vul een hoofdtelwoord in:
We rekenen ... keer in de week.

Slide 11 - Open question

Vul een rangtelwoord in:
Koert werd ... bij de hardloopwedstrijd.

Slide 12 - Open question

Vul een rangtelwoord in:
Ik ben de ... in de rij bij de kassa.

Slide 13 - Open question

Bedenk zelf een zin met een hoofdtelwoord:

Slide 14 - Open question

Bedenk zelf een zin met een rangtelwoord:

Slide 15 - Open question

Evaluatie
Aan het eind van de les kan ik in een zin aangeven of er hoofdtelwoorden of rangtelwoorden worden gebruikt.

Zin 1:
Ik koop drie nieuwe pennen bij de Primera. 

Zin 2:
Ik ben vierde geworden bij het schaaktoernooi. 

Slide 16 - Slide

Opwarmer
Straks gaan jullie als groep proberen tot tien te tellen. 
Iedereen zegt om de beurt een getal. Zeg je het getal tegelijk?
Dan ben je af! Je mag niet tussendoor overleggen.

Lukt het jullie om de tien te halen met nog vijf personen over?
Succes!

Slide 17 - Slide

Tijdens de opwarmer gebruikten we...
A
Hoofdtelwoorden
B
Rangtelwoorden

Slide 18 - Quiz