EC hfdst 3.2 'Hoe maak je het?' (werkboek A)

Welkom lieve leerlingen
  • Doe je jas uit en je telefoon weg.  
  • Leg je boek, je pen en je IPad op tafel. 
  • Doe je boek open op bladzijde 94.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Welkom lieve leerlingen
  • Doe je jas uit en je telefoon weg.  
  • Leg je boek, je pen en je IPad op tafel. 
  • Doe je boek open op bladzijde 94.

Slide 1 - Slide

Terugblik

  • Wat is het verschil tussen het produceren van goederen en het leveren van diensten?
  • Wat is een bedrijfskolom?
  • Welke soorten bedrijven zijn er? (Noem er 3)
  • Wat betekent btw?

Slide 2 - Slide

Productiefactoren
Om te kunnen produceren zijn productiefactoren nodig:

- Natuur (grondstoffen);
- Kapitaal (bijv. machines, computer, vrachtwagen, kassa);
- Arbeid (de mensen die het werk doen).

Slide 3 - Slide

Welke productiefactor is het belangrijkste bij het product tomaten?
A
Kapitaal
B
Natuur
C
Arbeid
D
Arbeid en natuur

Slide 4 - Quiz

Welke productiefactor is het belangrijkst bij fysiotherapie?
A
Kapitaal
B
Natuur
C
Arbeid
D
Arbeid en natuur

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Mechanisatie 
• Het werk van mensen wordt overgenomen door machines.


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Automatisering
  • Computers besturen de machines.

Slide 10 - Slide

Machines nemen het werk over van mensen.
A
Mechanisatie
B
Automatisering

Slide 11 - Quiz

Wat is het verschil tussen mechanisatie en automatisering?

Slide 12 - Open question

Kapitaalintensief of arbeidsintensief?
Machines of mensen?

Een Kapitaal-intensief bedrijf heeft veel machines die de productie verzorgen

In een Arbeids-intensief bedrijf verzorgen mensen het grootste deel van de productie

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Aan het werk
Maak bladzijde 94 t/m 97.
(Als dit in de les nog niet af is, is het huiswerk)

Klaar? Maak bladzijde 117.

Slide 15 - Slide