Spelling: Hoofdletters en leestekens.

 Waarom leest deze tekst zo moeilijk?
WELKOM: WE BEGINNEN MET DE BEGINTAAK: Lees de tekst en schrijf het antwoord op van de volgende vraag:
timer
5:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

 Waarom leest deze tekst zo moeilijk?
WELKOM: WE BEGINNEN MET DE BEGINTAAK: Lees de tekst en schrijf het antwoord op van de volgende vraag:
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Hoofdletters en leestekens
Waarom zou je deze gebruiken in een tekst?
Hoofdstuk Spelling Toets: dinsdag 5 november over:
-herhaling
-leestekens
-leenwoorden
-koppelteken/ weglatingsstreepje

Slide 2 - Slide

Hoofdletters
  • Aan het begin van een zin: Onze tante is vandaag jarig.
  • Bij namen: Malou Wiersma, het Edith Steincollege, Overijssel, het Raadhuisplein, de Maas, de Hema.
  •  Bij woorden die van namen zijn afgeleid: Duits, Amsterdamse, Noord-Hollandse. 

Slide 3 - Slide

Leestekens
  • Je eindigt een zin met een punt, een vraagteken of een uitroepteken.
  • Bij gewone zinnen gebruik je een punt: We voetballen vanavond niet.
  • Na een vraag zet je een vraagteken: Wat vind je van mijn nieuwe broek?
  • Met een uitroepteken geef je een zin extra nadruk: Dat is geweldig!



Slide 4 - Slide

Even terug...
Herschrijf de tekst en gebruik hoofdletters en leestekens. 

Slide 5 - Slide

Voorbeeld
Wow, mijn vriendin Annelotte en ik staan in de rij voor de groene achtbaan in Walibi. Zij wordt alleen maar enthousiaster en staat te springen van ongeduld, maar ik voel steeds meer kriebels in mijn maag. Die achtbaan gaat wel heel snel en vaak over de kop. Het liefst zou ik nu uit de rij stappen, maar ik wil me niet laten kennen.

Slide 6 - Slide

Zelfstandig werken
Maak in de klas
opdracht 1 t/m 4 blz. 251
Huiswerk voor de volgende les: Afmaken opdrachten en lezen blz. 250 


timer
12:00

Slide 7 - Slide

Huiswerk bespreken
Maak Taalverzorging hoofdstuk 1 hoofdletters en leestekens
opdracht 1 t/m 4 blz. 32-33.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Gezamenlijke opdracht 
Schrijf de zinnen over en zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

1 in december draagt mieke en dikke jas handschoenen en een muts
2 willen jullie in de lente naar portugal reizen
3 terschelling ligt in het noorden van nederland
4 op maandag en dinsdag is er feest in veel dorpen in zuid-holland
5 in maastricht is er op vrijdag altijd een heel grote markt
6 waarom wil onze lerares dat jan zijn pet afdoet tijdens de les
timer
10:00

Slide 10 - Slide

Gezamenlijke opdracht
Neem de zinnen over en zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
 
1 jaap zei dat den helder in noord holland ligt en niet in drenthe
2 koning willem 1 kwam in 1813 van groot-brittannië naar den haag
3 wist je dat de ierse popgroep u2 een concert geeft in de arena

Kies de juiste spelling.

4 Zij fronste haar [wenkbrauwen/wenkbrouwen] en toen zij dit bericht hoorde.
5 Bij voetbalwedstijden [jauwen/jouwen] fans de tegenpartij vaak uit.


timer
10:00

Slide 11 - Slide

Huiswerkopdracht
Maak de STARTOPDRACHT 
hoofdstuk 2 taalverzorging SPELLING blz. 60

Lesbezoek


Slide 12 - Slide