This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
La météo
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
la météo
Slide 3 - Mind map
Savez-vous ce que c'est un bulletin météo?
Oui! Je peux l'expliquer en français...
Oui! Je peux l'expliquer en néerlandais...
Non! Je n'en ai jamais entendu...
Slide 4 - Poll
Un bulletin météo
C'est quoi?
= une courte émission de télévision au cours de laquelle un présentateur livre les prévisions météorologiques des jours à venir. Pour cela il est aidé d'une carte sur laquelle sont représentées les tendances.
La traduction
= het weerbericht, de weersvoorspelling
Slide 5 - Slide
enseigner.tv5monde.com
Slide 6 - Link
Et... parlez!
Racontez moi ce que vous avez vu dans cette vidéo...
Quels mots est-ce que vous avez entendu?
Slide 7 - Slide
Quels mots avez-vous entendu pour décrire la météo?
Slide 8 - Open question
il fait
il y a
il
froid
chaud
beau
... °C
de l'orage
du brouillard
du soleil
des nuages
un arc-en-ciel
pleut
grêle
neige
Slide 9 - Slide
Het is mooi weer
Het waait
Het sneeuwt
Het onweert
Het is bewolkt
Het regent
Het vriest
Het is slecht weer
le ciel est couvert - de lucht is bedekt
Slide 10 - Slide
Zelfstandige naamwoorden
la pluie
la neige
le froid
la chaleur
le brouillard
le vent
le ciel
la grêle
de regen
de sneeuw
de kou
de hitte
de mist
de wind
de lucht
de hagel
Slide 11 - Slide
Wanneer neerslag uit de lucht komt (het regent, sneeuwt, hagelt):
il.....(het)
pleut
neige
grèle
Wanneer het gaat om een weersomstandigheid (het is mooi, slecht, zonnig weer etc.)
il fait....(lett.: het maakt...):
du soleil
beau, mauvais
chaud, froid
du vent
du brouillard
Slide 12 - Slide
Il y a
des nuages
du brouillard
du soleil
Er is/zijn... het is....
Bij een weerstomstandigheid/constatering van het weer kun je ook zeggen:
(het is) bewolkt/(er zijn)wolken
(het is) mistig/ (Er is) mist
(het is) zonnig/ (er is) zon
Slide 13 - Slide
Quel temps fait-il ?
Il fait chaud
Het is warm
Slide 14 - Slide
Quel temps fait-il ?
Il fait froid
Het is koud
Slide 15 - Slide
Quel temps fait-il ?
Le soleil brille | il fait du soleil = de zon schijnt
il fait beau = het is mooi weer
Slide 16 - Slide
Quel temps fait-il?
Slide 17 - Slide
La météo
Slide 18 - Slide
La météo: sleep het juiste weer naar het juiste plaatje.
Il fait mauvais
Il fait chaud
Il fait froid
Il fait 22 degrés
il fait beau
Slide 19 - Drag question
La météo: sleep het juiste weer naar het juiste plaatje.
Il neige
Il y a du soleil
Il pleut
Il fait -5 degrés
Il y a du vent
Slide 20 - Drag question
Quel temps fait-il?
A
il y a de la pluie
B
il y a de la neige
C
il y a du soleil
D
il y a du vent
Slide 21 - Quiz
Quel temps fait-il?
A
il fait froid
B
il fait chaud
C
il fait mauvais
D
il neige
Slide 22 - Quiz
Prends les écouteurs et un cahier = pak je oordoppen & schrift.
Op de volgende dia hoor je een weerbericht in het Frans.
Noteer de steden hiernaast op een blaadje.
Schrijf bij elke stad in korte steekwoorden de weersverwachting
1. Paris
2. Rennes
3. Strasbourg
4. Nice
5. Toulouse
6. Lyon
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Noteer hier de 6 steden en de weersverwachting
Slide 25 - Open question
Slide 26 - Slide
noorden = le nord
westen oosten
= =
l'ouest l'est
zuiden = le sud
Slide 27 - Slide
La météo
Op de volgende dia vind je een kaart.
Je bereidt een kort weerbericht voor in het Frans. Je presenteert jouw weerbericht aan een klasgenoot.
Benoem het land, de dag, het weertype (zonnig, regen, etc) en hoeveel graden het wordt.