Present perfect past simple

Past Simple & Present Perfect
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Past Simple & Present Perfect

Slide 1 - Slide

Present Perfect 
- Als iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is
- Als iets in het verleden gebeurd is en je nu het resultaat merkt
- Praten over ervaringen

Onregelmatige werkwoorden: have / has + derde rijtje lijst
Regelmatige werkwoorden: have / has + werkwoord + ed

call- I have called home.                            eat - I have eaten to much.

Slide 2 - Slide

Past Simple
Als iets in het verleden gebeurd is en nu is afgelopen. 
Dat het is afgelopen zie je door een datum of doordat het logisch is. 2010 - World War II

Onregelmatige werkwoorden: tweede rijtje lijst (woordenboek)
Regelmatige werkwoorden: werkwoord + ed
Drink - I drank fanta.                                     Walk - I walked home. 

Slide 3 - Slide

Present Perfect of Past Simple
3 vragen:
1. Is het op dit moment nog aan de gang?
Ja: present perfect             nee: vraag 2
2. Gaat het over ervaringen tot nu toe?
Ja: present perfect              nee: vraag 3
3. Is het resultaat van de actie nu merkbaar?
Ja: present perfect               nee: past simple

Slide 4 - Slide

Present Perfect or Past Simple?
We _______ (never travel) to Paris.
A
never travelled
B
have never travelled

Slide 5 - Quiz

Present Perfect or Past Simple?
Jill ___ Miss Axe for five years.
A
knew
B
has known

Slide 6 - Quiz

Present perfect or past simple?
1. Nina _______ her leg. She is still in hospital. (to break)
A
broke
B
has broken

Slide 7 - Quiz

Present perfect or past simple?
I worked very hard last week.
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 8 - Quiz

Present perfect or past simple?
I have been abroad many times.
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 9 - Quiz

Present Perfect or Past Simple?
Donny ___ to see the kittens yesterday.
A
came
B
has come

Slide 10 - Quiz

Present perfect or past simple?
Toby _________ this film twice already.
A
saw
B
has seen

Slide 11 - Quiz

Wij zijn nog nooit naar dat restaurant geweest. (geen afkortingen)

Slide 12 - Open question

Hij heeft gisteren zijn vader geholpen.

Slide 13 - Open question

Zij heeft net haar been gebroken.

Slide 14 - Open question

Zij zijn vorige week naar een concert geweest.

Slide 15 - Open question

Ik begrijp de present perfect vs. past simple goed.
A
Ja, prima.
B
Ik moet nog wat oefenen.
C
Nee, ik heb hulp nodig,

Slide 16 - Quiz