Geschiedenis Thema 7 Nederland in opbouw

Geschiedenis Thema 7:  Nederland in opbouw.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 7

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Geschiedenis Thema 7:  Nederland in opbouw.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Quiz
Wat betekent het woord wederopbouw?
A
Periode na de Tweede Wereldoorlog waarin Nederland werd opgebouwd.
B
Periode na de Eerste Wereldoorlog waarin Nederland werd opgebouwd.
C
Einde van de oorlog.
D
Puinhoop.

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

In welk jaar kwam Adolf Hitler aan de macht in Duitsland?
A
1918
B
1933
C
1944
D
1950

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heette de politieke van partij Adolf Hitler?

A
NSB
B
Nazi
C
Partij van de dieren
D
CDA

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welk land vielen de nazi's als eerste binnen?
A
Turkije
B
Polen
C
Frankrijk
D
Spanje

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Tweede Wereldoorlog

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Waarnaar vertrok de Nederlandse regering?

A
Londen
B
Parijs
C
Frankrijk
D
Den Haag

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welke grote Nederlandse stad werd op 14 mei gebombardeerd?

A
Amsterdam
B
Rotterdam
C
Eindhoven
D
Den Haag

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Dit is de politiek leider van Groot-Brittannië. Wat is zijn naam?

A
Franklin Delano Roosevelt
B
Winston Leonard Spencer-Churchill
C
Jozef Stalin
D
Mark Rutte

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions


Wat was de Marshallhulp?

A
Europees herstelprogramma na de Tweede Wereldoorlog, Europese samenwerking, America gaf geld en goederen.
B
Hulp die je kon krijgen bij het emigreren?
C
Hulp van de overheid als je niet voor jezelf kon zorgen, denk aan de voedselbonnen.
D
Hiermee krijg je korting bij de Albert Heijn.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


De overheid wilde na de oorloog mensen emigreren?


A
Er woonden te veel mensen in Nederland.
B
Voor de Europese samenwerking was het beter.
C
De overheid dacht dat het lang zou duren voordat het weer goed zou gaan in Nederland en met de mensen.
D
Het kostte veel geld voor Amerika.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


De overheid wilde na de oorloog mensen emigreren?


A
Er woonden te veel mensen in Nederland.
B
Voor de Europese samenwerking was het beter.
C
De overheid dacht dat het lang zou duren voordat het weer goed zou gaan in Nederland en met de mensen.
D
Het kostte veel geld voor Amerika.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke groepen hoorden bij de gelovige zuilen?

A
Socialisten en liberalen
B
Liberalen en communisten
C
Protestanten en katholieken
D
Democraten

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welk zin hoort niet bij Nozems?
A
Ik houd ervan om te racen met mijn vrienden .
B
Ik vind het belangrijk om zelf mijn geld te verdienen .
C
Ik ga op zaterdagavond graag dansen met mijn vrienden.
D
Ik wil hetzelfde werk gaan doen als mijn vader.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Anne Frank zat als joods meisje ondergedoken. Waarom werd ze beroemd?
A
Ze was voor de oorlog al beroemd.
B
Ze zat in het verzet.
C
Haar leven werd verfilmd.
D
Ze schreef een dagboek over haar leven als onderduikster.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Anne Frank zat als joods meisje ondergedoken. Waarom werd ze beroemd?

A
Ze was voor de oorlog al beroemd.
B
Ze zat in het verzet.
C
Haar leven werd verfilmd.
D
Ze schreef een dagboek over haar leven als onderduikster.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemde Anne Frank haar dagboek?
A
Penny
B
Annie
C
Lizzy
D
Kitty

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Op welke dag begon de invasie van Normandië?

A
6 Juni 1944
B
4 mei 1944
C
5 Mei 1945
D
3 Mei 1946

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Na de Hongerwinter werd Nederland bevrijd. Op welke dag vieren we Bevrijdingsdag?
A
1 Mei
B
4 Mei
C
5 Mei
D
7 Juni

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Evaluatie.