Hoofdletters en leestekens

Hoofdletters en leestekens
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdletters en leestekens

Slide 1 - Slide

welkom

hallo allemaal welkom bij het onderdeel  hoofdletters en leestekens je leert wanneer je een hoofdletter moet plaatsen en wanneer je leestekens moet gebruiken zoals je ziet mist dit hele stuk hoofdletters en punten wat vind jij daarvan leest het makkelijk of leest het juist moeilijk leestekens en
hoofdletters zijn er voor om teksten makkelijker te kunnen lezen dus hoe het hier staat is natuurlijk helemaal fout maar hoe moet het dan wel wanneer plaats je een hoofdletter of leesteken groetjes juf diana


Slide 2 - Slide

Wanneer gebruik je
hoofdletters?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

HOOFDLETTERS
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter.
  • Namen schrijf je ook met een hoofdletter:  
  1. aardrijkskundige namen:                                                                                Nederland, Almere , Flevoland, Oostvaardersplassen
  2. namen van personen en dieren:                                                                        Marieke Hermans, K. Visser, mevrouw Brand                                                   konijn Flappie, tante Truus 
  3. - Feestdagen:                                                                                                                  Pasen, Suikerfeest, Koningsdag 

Slide 5 - Slide

Let op!
  • Géén hoofdletter bij: zon en maan, namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken. 

  • Tussenvoegsel (zoals van, de, van der)  bij een naam = kleine letter:         Pieter de Jong,  G. van der Valk

  • Afleidingen van feestdagen ook géén hoofdletter:                                           paasei, kerstboom 

Slide 6 - Slide

Welke leestekens
ken je?

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Video

Leestekens
  • Punt .
Aan het einde van een zin:
De man loopt op straat. Ik maak altijd mijn huiswerk.
  • Vraagteken ?
Wanneer je een vraag stelt: 
Weet jij wat de weektaak is? Hebben we morgen vrij?
  • Uitroepteken !
Extra nadruk:
Hé, jij daar! Stop! Ik weet echt niet wat ik moet doen! Help!!!

Slide 9 - Slide

Werkblad (in Teams)
Lees de informatie goed door.
Maak de opdracht.
Schrijf de zinnen goed op. 
Denk aan de hoofdletters en leestekens!
Klaar? Probeer dan de uitdaging op te lossen:

Slide 10 - Slide

De uitdaging

Hier onder staat een heel lang woord.

Of is het een zin?  Wat staat er?


Niet vals spelen hè? Komt 'ie:


toentomatentomatentomatentovrat


timer
20:00

Slide 11 - Slide

Welke naam is juist geschreven?
A
jeroen van der boom
B
JEROEN van DER boom
C
Jeroen Van Der Boom
D
Jeroen van der Boom

Slide 12 - Quiz

Wat is juist geschreven?
A
Koningsdag
B
koningsdag

Slide 13 - Quiz

Wat is juist geschreven?
A
Kerstboom
B
kerstboom

Slide 14 - Quiz

Wat is juist geschreven?
A
donderdag
B
Donderdag

Slide 15 - Quiz

Welk leesteken hoort er achter de zin:
De man loopt over straat
A
. (punt)
B
, (komma)
C
! (uitroepteken)
D
?

Slide 16 - Quiz

Welk leesteken hoort er achter de zin:
Wil jij mij helpen met mijn huiswerk
A
. (punt)
B
, (komma)
C
! (uitroepteken)
D
?

Slide 17 - Quiz

Welk leesteken hoort er achter de zin:
Houd op met dat geschreeuw
A
. (punt)
B
, (komma)
C
! (uitroepteken)
D
?

Slide 18 - Quiz

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Ik weet nu wanneer ik hoofdletters moet gebruiken.
Ja, ik weet nu alles heel erg goed.
Ja, maar ik maak nog wel kleine foutjes.
Nog niet zo goed, ik maak nog veel foutjes.
Nee, ik heb nog meer uitleg nodig.

Slide 20 - Poll

Ik weet nu wanneer ik de leestekens punt, vraagteken en uitroepteken moet gebruiken.
Ja, dat weet ik nu heel goed.
Ja, maar ik maak nog wel kleine foutjes.
Ik vind het nog lastig, maar ik begin het te begrijpen.
Ik heb hier nog meer uitleg voor nodig.

Slide 21 - Poll

Omschrijf deze les in één woord.

Slide 22 - Mind map