H10 GT Krachten H10.1 -10.4

Planning tot PTA 403
Week 41:  H10.1 Soorten krachten          + H10.2 Krachten in constructies
Week 42:  H10.3 Krachten samenstellen + H10.4 Krachten ontbinden

Herfstvakantie

Week 44:  H14.1 Werken met hefbomen + H14.2 Hefbomen en Fz
Week 45:  H14.3 Katrollen en takels        + H14.4 Druk
week 46:   Oefentoets en PTA 16 november 2023
1 / 70
next
Slide 1: Slide
NatuurkundePraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 70 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Planning tot PTA 403
Week 41:  H10.1 Soorten krachten          + H10.2 Krachten in constructies
Week 42:  H10.3 Krachten samenstellen + H10.4 Krachten ontbinden

Herfstvakantie

Week 44:  H14.1 Werken met hefbomen + H14.2 Hefbomen en Fz
Week 45:  H14.3 Katrollen en takels        + H14.4 Druk
week 46:   Oefentoets en PTA 16 november 2023

Slide 1 - Slide

H10 Krachten





Deze week Instructie H10.1 en H10.2


Slide 2 - Slide

Wat weet jij al   over krachten

Slide 3 - Mind map

Wat gebeurt er ...
Overal om ons heen heb je te maken met KRACHT.
KRACHT (F) drukken we uit in NEWTON (N);  
Een kracht kun je WEL/NIET zien!!!

Effecten van krachten!
  • kracht kan de richting veranderen
  • kracht kan de snelheid veranderen
  • kracht kan de vorm veranderen: 
  • => Vorm veranderd => Elastisch en plastisch

Slide 4 - Slide

Krachtmeter
Hoeveel wijst de eerste krachtmeter aan?
  • 0,66 N
Hoeveel wijst de tweede krachtmeter aan?
  • 3,8 N
Hoeveel wijst de derde krachtmeter aan?
  • 6,8 N
Welke krachtmeter gebruikt de meest stugge spiraalveer?
  • C
 

Slide 5 - Slide

Krachten tekenen
Kracht teken je als een vector (pijl)
Hiervoor heb je 3 regels:
  • aangrijppunt
  • lengte
  • richting


Krachtenschaal: bv     1 cm ≙ 5 N



Slide 6 - Slide

Soorten krachten
  • Spierkracht
  • Windkracht
  • Wrijvingskracht
  • Veerkracht
  • Zwaartekracht
  • Spankracht
  • Magnetische kracht
  • Elektrische kracht

Slide 7 - Slide

Zwaartekracht: Fz
Fz = m x g

Fz = Zwaartekracht (N)
m = massa (kg)
g = valversnelling (N/kg of m/s2) (binas!!)

LET OP!!! massa is GEEN gewicht

Slide 8 - Slide

Opgave 7b (p. 77)

Yasmine gebruikt een krachtmeter om de zwaartekracht te meten van een zak drop van 250 g. Bereken de grootte van de zwaartekracht op deze zak?
Gegevens:
  • m = 250 g = 0,250 kg 
  • g = 10 N/kg
Gevraagd:
  • Fz = ? N
Formule:
  • Fz = m x g
Uitwerking:
  • Fz = 0,25 x 10 = 2,5 N
Antwoord:
  • De zwaartekracht is 2,5 newton

Slide 9 - Slide

Nettokracht: Fres

Nettokracht = Resultante kracht
De nettokracht is de "optelsom" van alle krachten!

In gelijke richting: 
  • => Optellen
In tegengestelde richting: 
  • => Van elkaar af halen

Slide 10 - Slide

De Normaalkracht: Fn
De normaalkracht is de kracht die de zwaartekracht in evenwicht houdt.

  • Bij evenwicht: Normaalkracht = Zwaartekracht.
  • Normaalkracht is naar boven gericht
  • Normaalkracht begint waar het voorwerp                                           wordt tegengehouden

Slide 11 - Slide

Magnetische kracht




Twee polen:
  • Noordpool en zuidpool
  • trekken elkaar aan/af
Veldlijnen
  • geven richting van kracht
Elektrische kracht




Elektrische krachten:
  • Positieve en negatieve lading
  • Trekken elkaar aan/af

Slide 12 - Slide

Samenvatting 10.1 Krachten
De drie effecten van kracht
  • snelheid, vorm en richting
Krachten tekenen: 3 regels
  • Aangrijpingspunt, richting en grootte Vector
Krachtenschaal: 1 cm ≙ 50 N
Formule zwaartekracht
  • Fz = m x g

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Maak de opgaven H10.1(p. 74)
begin eerst bij opg: 7, 8, 9 (daarna rest)
Dan kan ik je nog helpen in de les.

volgende les:
H10.2 krachten in constructies

Slide 14 - Slide

Vandaag
Korte herhaling van H10.1
Opdracht H10.2 (lezen en opzoeken constructiemateriaal)
Huiswerk maken H10.1 en H10.2

Slide 15 - Slide

Samenvatting 10.1 Krachten
De drie effecten van kracht
  • snelheid, vorm en richting
Krachten tekenen: 3 regels
  • Aangrijpingspunt, richting en grootte Vector
Krachtenschaal: 1 cm ≙ 50 N
Formule zwaartekracht
  • Fz = m x g

Slide 16 - Slide

Leerdoelen 10.2
  • Ik weet wanneer je trekkrachten en/of drukkrachten hebt in een constructie

  •  Ik ken enkele eigenschappen en toepassingen van staal, baksteen, beton en hout



Slide 17 - Slide

10.2 Krachten in constructies
Trekkrachten:
  • krachten die materiaal uitrekken
Drukkrachten:
  • krachten die materiaal indrukken



materiaal
trek-kracht
duw-kracht
Toepassing
baksteen
beton
hout
staal

Slide 18 - Slide

10.2 Krachten in constructies
Trekkrachten:
  • krachten die materiaal uitrekken
Drukkrachten:
  • krachten die materiaal indrukken



materiaal
trek-kracht
duw-kracht
Toepassing
baksteen
X
V
fundering + muren
beton
X
V
tegels, lichte constructies 
hout
V
V
overkapping, meubels
staal
V
X
Staat in bewapend beton

Slide 19 - Slide

constructie: driehoeken

Slide 20 - Slide

Ontwerp-eisen
Niet alleen sterkte van belang, ook ontwerpeisen ontwerper/opdrachtgever

  • Soort materiaal 
  • dichtheid 
  • kosten/prijs
  • duurzaamheid 
  • drijfvermogen
  • brandbaarheid 
  • milieu-effecten 
  • isolatiewaarde 
  • uiterlijk

Slide 21 - Slide

Aan de slag
Tijdens zelfstandig werken is het stil in de klas
Vragen => hand opsteken

Lees H10.2 goed door; p. 81-84
Maak opdrachten H10.2: 1 t/m 9, p. 84-88

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Planning tot PTA 403
Week 41:  H10.1 Soorten krachten          + H10.2 Krachten in constructies
Week 42:  H10.3 Krachten samenstellen + H10.4 Krachten ontbinden

Herfstvakantie

Week 44:  H14.1 Werken met hefbomen + H14.2 Hefbomen en Fz
Week 45:  H14.3 Katrollen en takels        + H14.4 Druk
week 46:   Oefentoets en PTA 16 november 2023

Slide 24 - Slide

10.3 Krachten samenstellen
  • Quiz H10.1 - 10.2
  • Instructie H10.3 Krachten samenstellen
  • Zelfstandig werken


          

Slide 25 - Slide

Op welke manier kun je een kracht niet herkennen?
A
Je ziet de kracht
B
Snelheidsverandering
C
Richtingsverandering
D
Vervorming

Slide 26 - Quiz

De formule voor het berekenen van de zwaartekracht is....
A
Fz = m / g
B
Fz = m x g
C
Fz = g / m
D
Fz = m : g

Slide 27 - Quiz

Wat is de zwaartekracht op een tennisbal van 56 gram?
A
560 N
B
5,6 N
C
0,56 N
D
0,056 N

Slide 28 - Quiz

De zwaartekracht van de meneer is...
A
7,8 N
B
78 N
C
780 N
D
7800 N

Slide 29 - Quiz

Welk materiaal kan goed tegen trek-en drukkrachten
A
staal
B
beton
C
hout
D
plastic

Slide 30 - Quiz

Op de maan zou deze polsstokspringer een andere hoogte halen. Komt hij dan hoger of lager en waar komt dat door?
A
lager vanwege aantrekking aarde en maan
B
lager vanwege kleiner afzettingsoppervlak
C
hoger vanwege aantrekking aarde en maan
D
hoger vanwege kleinere valversnelling

Slide 31 - Quiz

9: Noem 4 eisen waaraan een polsstok moet voldoen

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide

10.3 Krachten samenstellen
  • De resultante berekenen bij krachten in zelfde of tegengestelde richting

  • Twee krachten samenstellen door tekening op schaal maken 

  • Grootte van getekende kracht bepalen met krachtenschaal


    

Slide 34 - Slide

Krachten samenstellen
Van twee krachten
één nettokracht maken,
oftewel resultante kracht

Zou de nettokracht
groter, er tussenin of 
kleiner zijn? 

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Nettokracht: Fres

Nettokracht = Resultante kracht
De nettokracht is de "optelsom" van alle krachten!

In gelijke/tegengestelde richting:
  • Nettokracht = (700+800)-(500+400+500)
  •                    = 1500 - 1400 = 100 N  

Zijn er geen effecten => Nettokracht = 0 N

Bijzondere situatie: Constante snelheid => nettokracht van 0 N, waarom???
  • Er is namelijk geen verandering van snelheid!

Slide 37 - Slide

Krachten samenstellen (2)
Indien GEEN gelijke of tegengestelde richting 
=> krachten samenstellen met behulp van 2 methode's:

  • Parallelmethode

  • Kop-staartmethode

Slide 38 - Slide

krachten samenstellen; Parallelogram
Als krachten in andere richtingen gaan => de parallellogram methode. 

Bij deze methode gaan we de krachten zo tekenen dat er een parallellogram ontstaat.

Slide 39 - Slide

krachten samenstellen; Kop-staart methode
Andere methode is de kop-staart methode
Deze werkt vooral goed als je meer dan 2 krachten hebt. 

Je verplaatst de pijl zo dat de kop van de ene pijl een verbinding maakt met de staart van de andere pijl

Slide 40 - Slide

Krachten samenstellen
Indien GEEN gelijke of tegengestelde richting 
=> krachten samenstellen met behulp van:

  • Parallelmethode
  • Kop-staartmethode

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

En nu de theorie toepassen 
Begin met H10.3 opg 6, 7, 8 en 9 (p. 96)

maak daarna overige opgaven H10.3

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Vandaag Practicum Proef 2 (p. 114)

  • Lees het practicum goed door en weet wat je moet doen!

  • Je onderzoekt 3 manieren om de tuien aan het brugdek en de pylonen te bevestigen

Slide 45 - Slide

Resultaat
1.  Noteer de uitkomst in de tabel
2.  Bij welke manier is de  spankracht                                                               in de tuien het kleinst?     
  • Bij manier .... is de spankracht het kleinst
3.  Een ontwerper kan verschillende redenen                                                   hebben om de spankracht in de tuien klein te houden. 
     Bedenk 2 redenen en noteer ze.
  • De tuien kunnen knappen 
  • De pijler kunnen het begeven
manier
spankracht (N)
a
b
c

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Planning tot PTA 403
Week 41:  H10.1 Soorten krachten          + H10.2 Krachten in constructies
Week 42:  H10.3 Krachten samenstellen + H10.4 Krachten ontbinden

Herfstvakantie

Week 44:  H14.1 Werken met hefbomen + H14.2 Hefbomen en Fz
Week 45:  H14.3 Katrollen en takels        + H14.4 Druk
week 46:   Oefentoets en PTA 16 november 2023

Slide 48 - Slide

Vandaag
Een oefenopgave Kracht samenstellen op het bord 
+ 2 opgaven boek

Instructie H10.4 Krachten ontbinden

Slide 49 - Slide

Opgave: Krachten samenstellen

Slide 50 - Slide

Soort gelijke opgave zoals 6: p. 96

De waterpoloster houdt de bal goed vast, zodat de bal niet beweegt.
a) In welke richting werkt de ...
* Zwaartekracht?
* Spierkracht?
* Opwaartse kracht?

b) Wat is de nettokracht
  • die is 0 N (bal ligt stil)

b) Leg uit welke van de drie krachten het grootst is.
  • Je hebt de spierkracht en de zwaartekracht die naar beneden werken en de opwaartse kracht die omhoog werkt. Dit is in evenwicht => 
  • de opwaartse kracht is het grootst

Slide 51 - Slide

Gegeven:    1 cm  ≙ 10 N
Opgave 7: p. 96-97
L-F1
L-F2
L-Fres
Fres
a
4 cm
7 cm
11 cm
110 N
b
6,2 cm
3,6 cm
7,1cm
71 N
c
8,0 cm
4,7 cm
3,3 cm
33 N
d
8,5 cm
3,9 cm
11,5 cm
115 N
e
5,0 cm
4,5 cm
4,0 cm
40 N

Slide 52 - Slide

H10.4 Krachten ontbinden:
Na deze les ...
  • kun je beschrijven welke krachten er zijn op een voorwerp dat omhoog gehesen wordt

  • kun je in 2 richtingen een kracht ontbinden op een voorwerp

  • kun je de richting en grootte bepalen van een kracht die op een constructie werkt

Slide 53 - Slide

Krachten ontbinden
Dit is eigenlijk het omgekeerde van 
krachten samenstellen (10.3) 

  • Bij krachten samenstellen weet je de twee krachten                                               die samenwerken en bereken je de nettokracht.

  • Bij krachten ontbinden weet je de nettokracht                                                      en wil je de twee samenwerkende krachten weten.

Slide 54 - Slide

Krachten ontbinden
Je maakt dus weer een parallellogram! 

Slide 55 - Slide

Hoe ontbinden van een kracht!
1. teken een evenwijdige stippellijn vanuit                                                                                      de kop van de nettokracht naar touw 1
2. teken een evenwijdige stippellijn vanuit 
       de kop van de nettokracht naar touw 2

=> Nu heb je een parallellogram gemaakt!

3. Teken nu de kracht op touw 1; dit is van het                                                                              aangrijpingspunt v/d boot naar stippellijn 
4. Teken nu de kracht op touw 2; dit is van het 
    aangrijpingspunt v/d boot naar stippellijn
   

Slide 56 - Slide

Opg 4 p.108
a) ontbind in afb 9b de kracht F in twee richtingen
  • Verleng eerst de touwen met een (stippel)lijn
  • Maak dan een parallellogram door twee evenwijdige lijnen te tekenen tov de touwen
  • waar de lijnen elkaar kruizen => de kracht
b) bepaal de grootte van de krachten
  • L-F1 = 5,5 cm => 5,5 x 2 = 11 N
  • L-F2 = 5,0 cm => 5,0 x 2 = 10 N

Slide 57 - Slide

En nu zelf toepassen!!!
Begin met opgave 6, 7 en 8

Maak daarna de overige opgaven van H10.4 (p. 106)

Slide 58 - Slide

Opg 6 p.110
a) bepaal F1 op de ketting + F2 op de staaf
  • Teken (stippel)lijnen langs de lijnen waar de kracht op werkt
  • Maak dan een parallellogram door twee evenwijdige lijnen te tekenen tov de lijnen waar de krachten op werken
  • waar de lijnen elkaar kruizen => de kracht
  • L-F1 = 4,0 cm => F1= 4,0 x 20 = 80 N
  • LF2 = 3,3 cm => F2 = 3,3 x 20 = 66 N
Antwoord vraag 6b en 6c
  • 6b: Drukkrachten      6c:  trekkrachten

Slide 59 - Slide

Krachten samenstellen/ontbinden
  • Bij krachten samenstellen weet je de twee krachten                                               die samenwerken en bereken je de nettokracht.

  • Bij krachten ontbinden weet je de nettokracht                                                      en wil je de twee samenwerkende krachten weten.

  • Bij beide maak je eerst een parallellogram door langs
       langs de touwen evenwijdige lijn te tekenen tot de 
       "kop" van de kracht            

Slide 60 - Slide

Slide 61 - Slide

Vandaag
Practicum: Krachten Ontbinden

Lees het practicum goed door en maak startopdracht 1 t/m 6

Gebruik je eigen Geo3hoek

Slide 62 - Slide

Uitwerking




Conclusie van: 
  • Welk verband is er tussen de grootte van de hoek tussen de krachtmeters en de spankracht. 
  • En wat valt je op aan de nettokracht ten opzichte van de spankrachten?

lengte
Hoek in graden
Netookracht
spankracht links
Spankracht rechts
20 cm
30 cm
40 cm 

Slide 63 - Slide

Oefenen met krachten
https://phet.colorado.edu/sims/html/forces-and-motion-basics/latest/forces-and-motion-basics_nl.html

Slide 64 - Slide

Krachten samenstellen: deel 2
Kopstaart methode / parallelogram 

Slide 65 - Slide

Slide 66 - Video

Slide 67 - Video

Slide 68 - Video

Slide 69 - Video

Slide 70 - Video