H4 - vermenigvuldigen met grote getallen (splitsen en schatten)

Startrekenen
Hoofdstuk 4
* Vermenigvuldigen

Onderdeel
* Splitsend vermenigvuldigen
* Afronden en schatten
1 / 15
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Startrekenen
Hoofdstuk 4
* Vermenigvuldigen

Onderdeel
* Splitsend vermenigvuldigen
* Afronden en schatten

Slide 1 - Slide

1.000 x 60 =
Zet de punten op de juiste plek!

Slide 2 - Open question

60 x 3.000 =
Zet de punten op de juiste plek!

Slide 3 - Open question

Doelen van de les
* Ik kan vermenigvuldigingen zoals 6x23 splitsend oplossen.

* Ik ken de begrippen schatten en afronden en kan daar mee rekenen.

* Ik kan de uitkomst van een grote vermenigvuldiging schatten als ik de getallen afrond.


Slide 4 - Slide

Vermenigvuldigen met grote getallen
Je kunt een vermenigvuldiging makkelijker maken door te splitsen.

Je splitst een van de getallen (of allebei) uit de vermenigvuldiging op in twee getallen.
Die twee getallen vermenigvuldig je daarna allebei met het andere getal. De uitkomsten tel je bij elkaar op. 


Slide 5 - Slide

Voorbeeld splitsen
Bijvoorbeeld
 5 x 96 kan je splitsen in 5 x 90 en 5 x 6 
5 x 90 = 450
5 x 6 =       30

450 + 30 = 480
5 x 96 =        480


Slide 6 - Slide

Splitsen in een schema

Slide 7 - Slide

Reken uit door te splitsen: 7 x 63
Schrijf de hele som op!

Slide 8 - Open question

Reken uit door te splitsen : 8 x 95
Schrijf de hele som op!

Slide 9 - Open question

Handig rekenen
90 x 7 =
Eerst halen we de nul weg.

9 x 7 = 63
we plaatsen daarna de nul er weer achter
630

Slide 10 - Slide

70 x 80 =
A
560
B
5600

Slide 11 - Quiz

Afronden en schatten
Je kunt de uitkomst van een vermenigvuldiging schatten. Je rondt de getallen in de vermenigvuldiging eerst af.
Daarna reken je uit wat ongeveer de uitkomst is.

LET OP! Het geschatte antwoord is niet precies hetzelfde als het echte antwoord.
LET OP! Schatten is niet hetzelfde als raden! Je maakt de getallen makkelijker maar je moet het nog steeds uitrekenen.

Slide 12 - Slide

Voorbeeld afronden / schatten
Je moet voor een groot diner 51 tafels dekken.
Op iedere tafel staan 19 glazen. 

Hoeveel glazen heb je nodig?
19 -> 20
51 -> 50
20 x 50 = 1.000 -> 19 x 51  is ongeveer 1.000

Slide 13 - Slide

62 x 29 is ongeveer
A
60 x 30 = 1.700
B
60 x 30 = 1.800
C
60 x 30 = 1.900

Slide 14 - Quiz

Aan de slag! 
* Begin op bladzijde 64.

* Maak opdracht 9 t/m 13.

* Studiemeter - Startrekenen online - Domein 1 - oefeningen - vermenigvuldigen.

Slide 15 - Slide