Les 24 - H2/3 Spelling: Engelse werkwoorden en herhaling werkwoorden

Welkom

Voordat de timer afgaat...

- Zakelijke brief op tafel
- Jas uit
- Tas van tafel
- Telefoon in tas
timer
2:00
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 2 min

Items in this lesson

Welkom

Voordat de timer afgaat...

- Zakelijke brief op tafel
- Jas uit
- Tas van tafel
- Telefoon in tas
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Lesplanning
- Lesdoel
- Herhaling: wat weet je nog?
- Voorkennis activeren: wat weet je al?
- Theorie
- Zelfstandig werken/verlengde instructie
- Afsluiting

Slide 2 - Slide

Aan het einde van de les...
... begrijp ik hoe ik Engelse werkwoorden vervoeg in het Nederlands

... heb ik de werkwoordsvormen herhaald

Slide 3 - Slide

 YES-week 2
Grammatica 1-6
Spelling 1-6
H1: Zinsontleding en woordsoorten
H1: Werkwoorden en twee pv en ow in zin
H2: 
- Verschil bijvoeglijk vnw en bezittelijk voornaamwoord 
- Wederkerend en wederkerig voornaamwoord
- Bedrijvende en lijdende vorm 
H2: Voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord
- Engelse werkwoorden
H3: 
- Enkelvoudige en samengestelde zinnen 
- Voegwoord
H3: Herhaling werkwoordsvormen
Meervoud van zelfstandig naamwoord en lastige letters
H4: 
- Hoofd- en bijzinnen
- Nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden
H4: Samenstellingen en tussen -n 
H5:
- Herhaling 
- vragend voornaamwoord
H5: Citaten en komma's
H6: Herhaling
H6: Herhaling 

Slide 4 - Slide

Herhaling: wat weet je nog?
- Het vergrote plaatje / het vergrootte plaatje 

- De kapotte fiets / de kapote fiets 


Leg ook uit waarom!

Slide 5 - Slide

Herhaling: wat weet je nog?
- Het vergrote plaatje 

- De kapotte fiets 

= voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord
= zo kort mogelijk opschrijven, maar uitpraak moet wel kloppen! 

Slide 6 - Slide

Voorkennis: wat weet je al?
Welke Engelse werkwoorden lees je hier?

1. Wij gaan vanavond joggen 

2. Hij racet tegen zijn oudere zus 

3. Zullen wij samen hockeyen? 

Slide 7 - Slide

Voorkennis: wat weet je al?
Welke Engelse werkwoorden lees je hier?

1. Wij gaan vanavond joggen 

2. Hij racet tegen zijn oudere zus 

3. Zullen wij samen hockeyen

Slide 8 - Slide

Hoe vervoeg je dit Engels werkwoord?
Heel ww
Vt ik-vorm
Vt-hij/zij vorm
Vt-wij vorm
Voltooid deelwoord
Racen
Racte

Racete
Racte

Racete
Racten

Raceten
Geract

Geracet 

Slide 9 - Slide

Hoe vervoeg je dit Engels werkwoord?
Heel ww
Vt ik-vorm
Vt-hij/zij vorm
Vt-wij vorm
Voltooid deelwoord
Racen
Racte

Racete
Racte

Racete
Racten

Raceten
Geract

Geracet 

Slide 10 - Slide

Vervoeging Engelse werkwoorden
- Vaak net als het Nederlands: 
-en en dan X-kofschip gebruiken bij verleden tijd

- Soms (bij uitspraakproblemen):
-n en dan X-kofschip gebruiken bij verleden tijd

Slide 11 - Slide

Voorbeeldopdracht
Hij (joggen)           gisteravond naar huis 

Hij (timen)              hoe lang hij er over doet om naar huis te gaan

Slide 12 - Slide

Voorbeeldopdracht
Hij jogde       gisteravond naar huis 
Hij timede hoe lang hij er over doet om naar huis te gaan


Heel ww
- en/n
Vt-hij/zij vorm
Vt-wij vorm
Voltooid deelwoord
Joggen
Jogg
Jogde
Jogden
Gejogd
Timen
Time 
Tim 
Timede
Timde
Timeden
Timden
Getimed
Getimd

Slide 13 - Slide

Zelfstandig werken / verlengde instructie
Wat
Hoofdstuk 2/3 Spelling
2: Blz. 90-91 opdracht 6 en 7 
3: Blz. 143-144 opdracht 1 en 2
Hoe
Werkblad + schrift
Hulp
Zelfstandig of uitleg (bij mij)
Tijd
25 minuten
Klaar?
Verder met opdrachten uit boek
timer
2:00

Slide 14 - Slide