Les 02 - Stijlfiguren

Stijlfiguren
§5 Taalverzorging
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Stijlfiguren
§5 Taalverzorging

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van de les: 
- wat we onder stijlfiguren verstaan; 
- drie verschillende stijlfiguren te benoemen en te herkennen;
- kun je aan het eind van deze les stijlfiguren toepassen. 

Slide 2 - Slide

Waar denken jullie
aan bij stijlfiguren?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Stijlfiguren
Elke schrijver heeft zijn eigen manier van schrijven: de schrijfstijl.

Sommige schrijvers houden ervan om voorbeelden te gebruiken, anderen overdrijven graag en weer anderen vinden het leuk om dingen minder groot voor te stellen dan ze zijn.

Sommige van deze 'trucjes' noem je stijlfiguren.

Slide 5 - Slide

Herhalingen en opsommingen
Er zijn verschillende vormen van herhalingen die een 'vaste' stijlfiguur vormen:

- de repetitio: een bepaald woord wordt één of meerdere keren herhaald;
- de anafoor: hetzelfde woord of dezelfde woordgroepkomt aan het begin van opeenvolgende zinsdelen voor;
- de tricolon: een opsomming die uit drie onderdelen bestaat;
- de climax: een soort opsomming, waarbij de onderdelen steeds 'groter' worden
- de anticlimax: een soort opsomming, waarbij de onderdelen steeds 'minder groot' worden.

Slide 6 - Slide

Benoem de stijlfiguren (pagina 22)
- De nieuwe politieke partij kwam, de partij zag, de partij… verloor in de verkiezingen.
- Tijdens de toets moet je tegen jezelf zeggen: je kunt het, je kunt het, je kunt het!
- Hij werd kwaad, woedend, nee.. witheet toen hij een bekeuring had gekregen.
- De finale van het Songfestival zorgde voor strijd, spanning en spektakel.
- Het is zijn keuze, het is zijn weg, het is zijn leven.
- Uren, dagen, maanden, jaren vliegen als een schaduw heen. (Rhijnvis Feith)
- Hij won de Tour de France, de Giro, het EK wielrennen en... de plaatselijke dorpsronde.
- Daar heb ik gewoond, daar wil ik sterven, daar wil ik begraven worden. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Een muzikale onderbreking...
We luisteren nu naar het nummer 'Opzij' van Herman van Veen. Luister goed naar de tekst!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Aan de slag
Beantwoord nu vraag 4 op pagina 23 en bespreek
je antwoord met je buurman of buurvrouw.

Slide 11 - Slide